1-06 : Bronselectie frequentieopdracht
0000: Stel de frequentie in met het toetsenblok
0001: Potentiometer op toetsenblok
0002: Externe analoge signaalingang of potentiometer op afstand
0003: Omhoog/omlaag-frequentieregeling met MFIK (S1 - S6)
0004: Communicatie-instelfrequentie
1-06=0001 als één van de parameter in groep 5-00~ 5-06 is ingesteld op 16 en de
multifunctionele klem op UIT staat, wordt de frequentie ingesteld door de KNOP (VR voor
hoofdsnelheid) op het toetsenblok. Terwijl de multifunctie AAN staat, wordt de frequentie
ingesteld door het analoge signaal (reservesnelheid) op klemblok (TM2).
1-06=0002 als één van de parameters in groep 5-00~ 5-06 is ingesteld op 16 en de
multifunctionele klem op UIT staat, wordt de frequentie ingesteld door het analoge signaal
(hoofdsnelheid) op het klemblok (TM2). Terwijl de multifunctie AAN staat, wordt de frequentie
ingesteld met de KNOP (VR voor reservesnelheid) op het toetsenblok.
Zie de beschrijving van parametergroep 5-00~ 5-06 (multifunctionele ingangsklem) voor de
functie omhoog/omlaag-klem.
4.) De prioriteit in het lezen van de frequentie is PLC-frequentieregeling > achterwaartse werking >
jog > ingestelde snelheid >
communicatiebesturing.
1-07:Toetsenblokgebruik met omhoog/omlaag-toetsen in runmodus
0000: De knop "Enter" moet ingedrukt worden na een verandering in frequentie met de
omhoog/omlaag-toetsen op het toetsenblok.
0001: De frequentie zal direct veranderen nadat de omhoog/omlaag-toetsen worden
ingedrukt
op het toetsenblok of Omhoog/omlaag of
.
4-27
Hoofdstuk 4 Software-index