De uitgangsspanning daalt geleidelijk als de multifunctionele klem op AAN staat. De
uitgangsspanning stijgt geleidelijk (naar de oorspronkelijke spanning) als de multifunctionele
klem op UIT staat.
Opmerking: de versnellings- en vertragingssnelheid van de energiebesparende werking is dezelfde
als de snelheid van de SNELHEID ZOEKEN.
9. 5-00~06=11 besturingssignaal uitschakelen
Externe schakelklem staat UIT: 1-00/01 bepaalt het bedrijfssignaal en het frequentiesignaal.
Externe schakelklem staat AAN: het toetsenblok regelt het bedrijfssignaal en het frequentiesignaal,
maar wordt niet bestuurd door 1-00/01.
10. 5-00~06=12 Omvormerbesturing in communicatie uitschakelen
Externe schakelklem staat UIT: in communicatie kan het hoofdapparaat (PC of PLC) de
werking van de omvormer en het frequentiesignaal besturen en kan de parameters aanpassen en
zijn de bedrijfssignalen van het toetsenblok en TM2niet werkzaam. Het toetsenblok kan
daarnaast alleen de spanning, het vermogen en de frequentie weergeven, de parameters zijn
leesbaar, maar niet aanpasbaar en de noodstop is ingeschakeld.
Externe schakelklem staat AAN: in communicatie wordt de omvormer bestuurd via het
toetsenblok, ongeacht de instelling van 1-00/1-06 en het hoofdapparaat. In dergelijke
omstandigheden kan het hoofdapparaat de parameters van de omvormer nog steeds lezen en
veranderen.
11. 5-00~06=13 versnellen en vertragen uitschakelen
Het versnellen en vertragen is niet beschikbaar totdat de verboden versnellings- en
vertragingssignalen zijn vrijgegeven. De werking wordt in de onderstaande grafiek
weergegeven:
Bedrijfs-
signaal
Uitscha-
kelen
VERS/
VERT
Uitgangs
frequentie
12. 5-00~06=14 15 OMHOOG/OMLAAG-functie: (Actuele VERS/VERT-tijd is gebaseerd
op de instelling)
(1) Stel 1-06 = 3 in als u de OMHOOG/OMLAAG-functie wilt gebruik en de andere
frequentiesignalen zijn niet bruikbaar.
(2) Stel 5-08 = 0 en 5-09 = 0 in, de omvormer versnelt naar de ingestelde waarde van 6-00 als
de instelklem op AAN staat. Hierna blijft de omvormer een bepaalde snelheid aanhouden.
Nadat de omvormer de OMHOOG/OMLAAG-opdracht ontvangt, zal deze versnellen /
vertragen totdat de opdracht vrij wordt gegeven. De omvormer werkt op een gegeven snelheid.
De omvormer zal geleidelijk stoppen of vrij-stoppen aan de hand van 1-05 wanneer de
omvormer de STOP-opdracht ontvangt. En de stopfrequentie zal worden opgeslagen in 6-00.
De OMHOOG/OMLAAG-toets werkt niet als de omvormer stopt. Het toetsenbord moet
gebruikt worden om de parameter in te stellen.
(Opm) Schakelaar staat op UIT, de opdracht om
VERS/VERT uit te schakelen is niet beschikbaar.
4-38
Hoofdstuk 4 Software-index