Figuur 52
1. Steun (niet meegeleverd)
De maai-eenheden monteren
De ophanging moet omlaag worden gebracht om
de maai-eenheden te kunnen monteren. Voer de
volgende stappen uit om de ophanging omlaag te
brengen:
1.
Parkeer de machine op een schoon, horizontaal
oppervlak.
2.
Zet de functiebedieningsschakelaar naar de
N
.
EUTRAALSTAND
3.
Plaats het sleuteltje in het contact en zet het in
de A
-stand.
AN
4.
Breng de ophanging omlaag met de joystick
voor omhoog-/omlaagbrengen.
5.
Stel de parkeerrem in werking, zet de machine
uit en verwijder het sleuteltje.
Voer de volgende stappen uit om de maai-eenheden
te monteren:
1.
Koppel de hoofdstroomaansluitingen los; zie
Hoofdstroomaansluitingen (bladz.
VOORZICHTIG
Als u de voeding naar de machine niet
onderbreekt, bestaat de kans dat iemand
de maai-eenheden per ongeluk start.
Hierdoor kan ernstig letsel aan handen
en voeten ontstaan.
Koppel altijd de
hoofdstroomaansluitingen los voordat u
werkzaamheden aan de maai-eenheden
gaat uitvoeren.
2.
Klap de voetsteun omhoog zodat u bij het
middelste maai-eenheid kunt
g014596
2. Moer van de stelschroef
van de snijbalk
21).
(Figuur
53).
VOORZICHTIG
Uw vingers kunnen bekneld raken als de
voetsteun dichtklapt.
Houd uw vingers uit de buurt van het
gebied waar de voetsteun terug kan
klappen terwijl deze open staat.
1. Voetsteun – gesloten
3.
Plaats de maai-eenheid onder de middelste
ophangarm.
4.
Open de vergrendelingen op de stang van de
ophangarm
(Figuur
naar beneden zodat de stang over beide
bevestigingsarmen op de maai-eenheid past en
zorg ervoor dat de vergrendelingen onder de
dwarsstang van de maai-eenheid gaan
55).
1. Vergrendeling – gesloten
2. Stang van ophangarm
50
Figuur 53
2. Voetsteun – geopend
54) en duw de ophangarm
Figuur 54
3. Vergrendeling – open
g014602
(Figuur
g014609