Dialoogberichten (cont'd.)
115
Kalibratie voorkomen. In neutraal
116
Kalibratie voorkomen. Parkeerrem ingeschakeld
300
Beweeg pedaal terug naar neutraal
301
Stuurwiel centreren. Verdergaan?
302
Stuurwiel handmatig centreren. Verdergaan?
303
Stuur achterwiel uiterst links. Verdergaan?
304
Stuur achterwiel uiterst rechts. Verdergaan?
305
Midden achterwiel buiten bereik
306
Hoek achterwiel buiten bereik
400
Opgelet: machine moet op kriksteunen staan.
Verdergaan?
401
Kalibratie voorkomen. Schakelaar open
402
Kalibratie voorkomen. Pedaal in neutraal
403
Beweeg pedaal terug naar neutraal
404
Wacht tot wielen tot stilstand zijn gekomen
405
Houd pedaal maximaal voorwaarts
406
Kalibratie actief. Pedaal inhouden
500
Omhoog/omlaag uitgaande slag actief
501
Omhoog/omlaag ingaande slag actief
502
Beweeg joystick naar stand omlaag
503
Beweeg joystick naar stand omhoog
504
Is de maai-eenheid gemonteerd? Verdergaan?
1100
Diagnostische berichten over de tractie actief
1101
Diagnostische berichten over de besturing actief
Het stuurwiel kantelen
U kunt het stuur kantelen naar een comfortabele
positie.
1.
Maak de bouten
stuur is bevestigd aan de stuurarm.
(Figuur
28) los waarmee het
1. Bout
2.
Kantel het stuur naar een comfortabele positie.
3.
Draai de bouten
bevestigen in uw aangepaste positie.
Dagelijks onderhoud
uitvoeren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Ga elke dag als volgt te werk voordat u de machine
inschakelt:
•
Controleer de afstelling van het contact tussen
ondermes en messenkooi; zie
van contact tussen snijplaat en messenkooi
controleren (bladz.
•
Controleer de bandenspanning; zie
bandenspanning controleren (bladz.
•
Controleer het veiligheidssysteem; zie
Veiligheidssysteem controleren (bladz.
•
Controleer de werking van de parkeerrem door de
parkeerrem te activeren en te controleren of deze
ingeschakeld wordt; zie
Tijdens gebruik
Veiligheid tijdens het werk
Algemene veiligheid
•
De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor
ongelukken die persoonlijk letsel of materiële
schade kunnen veroorzaken, en hij dient zulke
ongelukken te voorkomen.
•
Draag geschikte kleding en uitrusting,
zoals oogbescherming, een lange broek,
27
Figuur 28
(Figuur
28) vast om het stuur te
Afstelling
52).
De
47).
29).
Parkeerrem (bladz.
g280422
17).