Voorbeeld
De totale hoeveelheid koelmiddel in het VRV-systeem is 20 kg. Het
VRV-systeem heeft twee binnenunits die geïnstalleerd zijn in een
ruimte die niet op de laagste ondergrondse verdieping van het
gebouw ligt. De ruimte waarin de binnenunits zijn geïnstalleerd heeft
een kameroppervlakte van 25 m². Een aangrenzende ruimte heeft
een kameroppervlakte van 45 m² waarnaar luchtcirculatie mogelijk is
via een scheiding die voldoet aan een van de twee vereisten in de
bovenstaande tekst. De gekozen veiligheidsmaatregel is Alarm +
Natuurlijke ventilatie (op basis van de totale hoeveelheid koelmiddel
en de kameroppervlakte uit de grafiek voor "Alle andere
verdiepingen").
1 Om de veiligheidsmaatregel Alarm toe te passen, zie
"13.4.2 Alarm" [ 4 22].
2 Pas daarnaast de veiligheidsmaatregel Natuurlijke ventilatie
toe: totale kameroppervlakte van geïnstalleerde kamer en
aangrenzende kamer waar natuurlijke ventilatie mogelijk is:
25 m²+45 m²=70 m²
▪ De limiet voor totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem
bepaald aan de hand van de grafiek voor natuurlijke ventilatie is
23,6 kg.
Totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem (20 kg) < Limiet total
hoeveelheid
koelmiddel
(23,6 kg),
veiligheidsmaatregel kan worden toegepast.
13.4.4
Afsluiters
Als afsluiters vereist zijn als veiligheidsmaatregel, moet een SV-unit
met afsluiters worden geïnstalleerd om de grootte van het
koelmiddellek in de kamer met de binnenunit te verminderen.
Raadpleeg voor de installatie van de SV-unit de montage- en
gebruikshandleiding die bij de SV-unit wordt geleverd.
De limiet voor de maximale hoeveelheid koelmiddel, en dus de
maximale capaciteitsklasse van de binnenunit die in de kamer mag
worden geïnstalleerd, wordt hieronder bepaald.
Over de limiet op de hoeveelheid koelmiddel
De limiet op de hoeveelheid koelmiddel moet afzonderlijk worden
bepaald voor elke aftakkingsleidingpoort van de SV-unit.
Dit is mogelijk door de afsluiters in de SV-unit. De maximale
hoeveelheid koelmiddel die kan vrijkomen bij een lek hangt af van de
leidingdiameter en de grootte van de warmtewisselaar van de
binnenunit. Dit houdt rechtstreeks verband met de capaciteit van de
stroomafwaartse binnenunit van dit leidingdeel.
Wanneer een lek in een binnenunit is gedetecteerd, worden de
kleppen in de SV-unit van die respectievelijke poort gesloten. Het
leidingdeel met het lek is nu geïsoleerd van de rest van het systeem
en er kan veel minder koelmiddel lekken.
Opmerking: Wanneer twee aftakkingsleidingpoorten gecombineerd
zijn
om
een
enkele
aftakkingsleidingpoort
FXMA200/250), dan moet zij als een enkele aftakkingsleidingpoort
worden beschouwd.
Limiet op de hoeveelheid koelmiddel bepalen
Stap 1 – Bepaal de kleinste oppervlakte tussen:
▪ Elk
van
de
kamers
die
aftakkingsleidingpoort van de SV-unit waar een binnenunit is
geïnstalleerd
▪ Elk van de kamers die worden bediend door een in een andere
kamer geïnstalleerde binnenunit met kanaalaansluitingen
De kameroppervlakte kan worden bepaald door de muren, deuren
en scheidingen op de vloer te projecteren en de ingesloten
oppervlakte te berekenen. Ruimten die alleen verbonden worden
door een verlaagd plafond, kanaalwerk of dergelijke worden NIET
als één ruimte beschouwd.
RXYSA8~12AMY1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P752781-1B – 2024.02
wat
betekent
dat
de
te
vormen
(bv.
worden
bediend
door
de
13 Speciale vereisten voor R32-units
De oppervlakte van de kleinste hierboven berekende kamer wordt in
de volgende stap gebruikt om de maximaal toegelaten capaciteit van
de binnenunits te bepalen die op die poort kunnen worden
aangesloten.
Stap 2 – Bepaal met behulp van de tabel hieronder de maximale
totale capaciteit van de binnenunits (som van alle aangesloten
binnenunits) die is toegelaten voor een enkele aftakkingsleidingpoort
van de SV-unit. Als een binnenunit met kanaalaansluitingen een
andere ruimte bedient dan die waar zij geïnstalleerd is, gelden de
beperkingen van de kameroppervlakte afzonderlijk voor zowel de
kamer
waar
de
binnenunit
geconditioneerde
kamer.
Toevoer-
rechtstreeks naar die kamer worden geleid.
Oppervlakte van
Maximale totale capaciteitsklasse binnenunits
geïnstalleerde/
1 binnenunit per
geconditioneerde
aftakkingsleidingpoort
kamer [m²]
(a)
<5
—
5
10
6
25
7
32
8
40
9
71
10
80
11
80
12
80
13
80
14
80
15
125
20
140
25
250
30
250
35
250
40
250
≥45
250
(a)
Eén binnenunit aangesloten op een enkele
aftakkingsleidingpoort.
(b)
Twee tot vijf binnenunits aangesloten op een enkele
aftakkingsleidingpoort, 40 m na de 1e koelmiddelaftakking.
(c)
Twee tot vijf binnenunits aangesloten op een enkele
aftakkingsleidingpoort, 90 m na de 1e koelmiddelaftakking
(vergroting van vloeistofleiding, zie
voorbereiden" [ 4 30]).
Opmerkingen:
▪ De waarden in de tabel gaan uit van het slechtst denkbare volume
binnenunit en 40 m leiding tussen binnenunit en SV-unit en een
installatiehoogte tussen 1,8 m en 2,2 m (onderkant van binnenunit
of onderkant van kanaalopeningen). In
aangepaste leidinglengten, installatiehoogten boven de 2,2 m en
aangepaste binnenunits worden toegevoegd, wat kan leiden tot
lagere minimumvereisten voor de kameroppervlakte.
▪ Als de toegelaten capaciteitsklasse per aftakkingsleidingpoort
groter dan 140 is, gebruik een SV1A-unit of combineer twee
poorten bij gebruik van een SV4~8A. Raadpleeg voor meer
informatie en voor de installatie van de SV-unit de montage- en
gebruikshandleiding die bij de SV-unit wordt geleverd.
▪ Wanneer meerdere binnenunits op dezelfde aftakkingsleidingpoort
zijn aangesloten, moet de som van de capaciteitsklassen van de
aangesloten binnenunits gelijk aan of minder dan de in de tabel
aangegeven waarde.
▪ Wanneer
binnenunits
aftakkingsleidingpoort over verschillende kamers zijn verspreid,
moet u de oppervlakte van de kleinste kamer nemen.
▪ De afgeleide waarden moeten naar beneden worden afgerond.
Stap 3 – De totale capaciteit van de binnenunits aangesloten op een
aftakkingsleidingpoort (of een koppel aftakkingsleidingpoorten in het
geval van FXMA200/250) MOET gelijk zijn aan of minder dan de uit
de tabel afgeleide capaciteitslimiet.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
geïnstalleerd
is
als
voor
en
retourlucht
moeten
2~5 binnenunits per aftakkingsleidingpoort
e
(b)
e
40 m na 1
aftakking
90 m na 1
aftakking
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
20
—
25
—
32
—
32
—
40
—
50
40
71
71
125
125
200
200
200
200
250
250
"15.1 Koelmiddelleiding
VRV Xpress
kunnen
aangesloten
op
dezelfde
25
de
(c)