7 Onderhoud en service
6.4.1
Over de luchtstroomklep
Types luchtstroomklep:
▪
Dubbelstroomunits + multi-stroomunits
▪
Hoekunits
▪
Units voor plafondmontage
▪
Units voor muurmontage
In de volgende gevallen wordt de luchtstroomrichting gestuurd door
een microcomputer, en kan zij verschillen van de instelling op het
display.
Koelen
▪ Wanneer
de
kamertemperatuur lager is dan
de ingestelde temperatuur.
▪ Bij continue werking met horizontale luchtstroomrichting.
▪ Tijdens continue werking met neerwaartse luchtstroom bij het
koelen met een aan het plafond opgehangen of tegen de muur
gemonteerde unit, kan de microcomputer de luchtstroomrichting
sturen,
en
verandert
gebruikersinterface.
De luchtstroomrichting kan op één van de volgende manieren
worden ingesteld:
▪ De stand van de luchtstroomklep wordt automatisch ingesteld.
▪ De gebruiker stelt de luchtstroomrichting in.
▪ Automatische
en gewenste stand
WAARSCHUWING
Raak NOOIT de luchtuitlaat of horizontale kleppen aan
terwijl de draaiklep in werking is. Uw vingers kunnen
geklemd geraken of de unit kan onklaar geraken.
OPMERKING
▪ Het draaibereik van de klep kan worden veranderd.
Neem contact op met uw dealer voor meer informatie.
(alleen
voor
dubbelstroom,
plafondmontage en wandmontage).
▪ Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale
stand
. Anders kan er zich vocht of stof gaan
afzetten op het plafond of op de klep.
6.5
Master-gebruikersinterface
instellen
6.5.1
Over master-gebruikersinterface instellen
a
e
b
c
c
c
d
d
a
Buitenunit
b
SV unit
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
14
Verwarmen
▪ Bij het starten.
▪ Als
de
kamertemperatuur
hoger is dan de ingestelde
temperatuur.
▪ Bij het ontdooien.
ook
de
aanduiding
op
.
multi-stroom,
hoek,
b
c
c
d
d
d
c
VRV DX-binnenunit
d
Gebruikersinterface
e
Rechtstreekse aansluiting op VRV DX binnenunit
Wanneer het systeem is geïnstalleerd zoals in de afbeelding
hiervoor, dan moet – voor elk subsysteem – één van de
gebruikersinterfaces als hoofdgebruikersinterface worden ingesteld.
Op de displays van de slave-gebruikersinterfaces staat
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) en de slave-
gebruikersinterfaces volgen automatisch de door de master-
gebruikersinterface bepaalde bedrijfsstand.
Verwarmen of koelen selecteren kan alleen met de master-
gebruikersinterface (master koelen/verwarmen).
6.5.2
Gebruikersinterface als master instellen
1 Druk 4 seconden op de keuzeknop voor de werkingsstand van
de actuele master-gebruikersinterface. Als deze procedure nog
niet was uitgevoerd, dan kunt u ze uitvoeren op de als eerste
gebruikte gebruikersinterface.
Resultaat: Het display met
gecentraliseerde besturing) van alle op dezelfde buitenunit
aangesloten slave-gebruikersinterfaces knippert.
2 Druk op de keuzeknop voor de werkingsstand van de controller
die u als master-gebruikersinterface wilt instellen.
Resultaat: De instelling is voltooid. Deze gebruikersinterface is
ingesteld
als
de
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) verdwijnt van
het display. Op de displays van de andere gebruikersinterfaces
staat
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface.
7
Onderhoud en service
7.1
Voorzorgsmaatregelen voor
onderhoud en service
VOORZICHTIG
Zie
"3 Veiligheidsinstructies voor de
alle gerelateerde veiligheidsinstructies.
OPMERKING
Voer
NOOIT
servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag hier een
erkend servicetechnicus voor.
OPMERKING
Veeg het bedieningspaneel van de controller NIET af met
benzine,
thinner,
producten, enz. Het paneel kan verkleuren of de coating
kan
afschilferen.
bedieningspaneel een doek in met water verdund neutraal
detergent, wring de doek goed uit en veeg er dan het
paneel mee schoon. Veeg het daarna af met een andere
droge doek.
7.2
Over het koelmiddel
VOORZICHTIG
Zie
"3 Veiligheidsinstructies voor de
alle gerelateerde veiligheidsinstructies.
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat de gassen
NIET vrij in de atmosfeer.
Koelmiddeltype: R32
(omschakeling onder
master-gebruikersinterface
en
gebruiker" [ 4 8] voor
zelf
een
inspectie
reinigingsdoeken
met
chemische
Dompel
bij
een
sterk
gebruiker" [ 4 8] voor
RXYSA8~12AMY1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P752781-1B – 2024.02
van
of
vervuild