6.2.5
Gebruik van het systeem (MET
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
Overzicht van de keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening
a
KEUZESCHAKELAAR ALLEEN
a
VENTILEREN/AIRCONDITIONING
Stel de schakelaar in op
ventileren of op
verwarmen.
b KEUZESCHAKELAAR KOELEN/
b
VERWARMEN
Stel de schakelaar in op
of op
Opmerking: Wanneer een afstandsbedieningsschakelaar koelen/
verwarmen wordt gebruikt, moet DIP-schakelaar 1 (DS1-1) op de
hoofdprintplaat op ON staan.
Starten
1 Selecteer als volgt de bedrijfsstand met de keuzeschakelaar
koelen/verwarmen op de afstandsbediening:
Koelen
Verwarmen
1 1
1
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
Stoppen
3 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
Instellen
Zie de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface voor informatie
over het programmeren van temperatuur, ventilatorsnelheid en
luchtstroomrichting.
6.3
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma
6.3.1
Over het ontvochtigingsprogramma
▪ Dit programma dient om de vochtigheid in uw kamer te
verminderen met een zo klein mogelijke temperatuurdaling
(minimale kamerkoeling).
▪ De microcomputer bepaalt automatisch de temperatuur en de
ventilatorsnelheid
(kan
niet
gebruikersinterface).
RXYSA8~12AMY1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P752781-1B – 2024.02
voor alleen
voor koelen of
voor koelen
voor verwarmen
Alleen ventileren
1 1
1
1
1
worden
ingesteld
met
▪ Deze stand is niet mogelijk bij een lage kamertemperatuur
(<20°C).
6.3.2
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma (ZONDER
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
Starten
1 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op
de gebruikersinterface en selecteer
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
3 Druk op de instelknop voor de luchtstroomrichting (alleen voor
dubbelstroom,
multi-stroom,
wandmontage). Zie
voor meer informatie.
Stoppen
4 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
6.3.3
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma (MET
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
Starten
1 Selecteer koelen met behulp van de keuzeschakelaar koelen/
verwarmen op de afstandsbediening.
1
1
2 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op
de gebruikersinterface en selecteer
3 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
4 Druk op de instelknop voor de luchtstroomrichting (alleen voor
dubbelstroom,
multi-stroom,
wandmontage). Zie
voor meer informatie.
Stoppen
5 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Resultaat: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
de
6.4
Luchtstroomrichting instellen
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface.
6 Werking
(ontvochtigen).
hoek,
plafondmontage
instellen" [ 4 13]
"6.4 Luchtstroomrichting
(ontvochtigen).
hoek,
plafondmontage
instellen" [ 4 13]
"6.4 Luchtstroomrichting
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
en
en
13