Controleer bovendien dit:
• Banden: Controleer ze op slijtage en schade en ga na of ze voldoende opgeblazen zijn.
• Vooruit-/achteruitschakelaar: Controleer de goede werking. Zie Bedieningen, pagina 11.
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA
WAARSCHUWING
• ALLE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN, REPARATIES EN AFSTELLINGEN MOETEN WORDEN UIT-
GEVOERD VOLGENS DE INSTRUCTIES IN DE ONDERHOUDS- EN SERVICEHANDLEIDING VOOR
TRANSPORTVOERTUIGEN VAN 2000.
OPMERKING
• INDIEN HET VOERTUIG CONSTANT IN ZWARE OMSTANDIGHEDEN WORDT GEBRUIKT, MOET
VAKER PREVENTIEF ONDERHOUD WORDEN UITGEVOERD DAN AANBEVOLEN WORDT IN DE
ONDERHOUDS- EN SMEERSCHEMA'S.
• ZOWEL HET PERIODIEKE ONDERHOUDSSCHEMA ALS HET PERIODIEKE SMEERSCHEMA
MOETEN WORDEN GEVOLGD OM HET VOERTUIG IN OPTIMALE BEDRIJFSCONDITIE TE HOUDEN.
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA
VASTE INTERVAL
Dagelijks onderhoud door
eigenaar
Wekelijks onderhoud door
eigenaar
Maandelijks onderhoud
door eigenaar of getrainde
monteur
Halfjaarlijks onderhoud, uit-
sluitend door getrainde
monteur (om de 50 uur
gebruik)
Jaarlijks onderhoud,
uitsluitend door getrainde
monteur (om de 100 uur
gebruik)
ONDERHOUD
Batterijen
Batterijen
Batterijen
Banden
Wisserschakelaar (uitsluitend Tourall)
Voertuig algemeen
Remsysteem
Elektrische bedrading en aansluitingen
Vooruit-/achteruitschakelaar
Uitlijning voorwiel en sporing
Batterijen
Handleiding voor de eigenaar van een 2000 elektrisch transportvoertuig
periodiek onderhoudSschema
Laad batterijen op (alleen na elk gebruik).
Controleer het elektrolytpeil. Voeg indien nodig water
toe volgens de onderhouds- en servicehandleiding
voor transportvoertuigen.
Was de bovenzijde van batterij en polen af met een
oplossing van natriumcarbonaat en water. Voer
afvalwater op gepaste wijze af.
Controleer de spanning en stel zo nodig bij. Zie
Capaciteiten voertuig, pagina 21.
Controleer op barsten of andere schade; zorg dat
schakelaar stevig aan het chassis bevestigd is.
Controleer goede werking beweegbaar contact.
Maak batterijruimte en onderzijde voertuig schoon.
Voer afvalwater op gepaste wijze af.
Controleer remschoenen; vervang zo nodig. Zie
Onderhouds- en Servicehandleiding voor
transportvoertuigen.
Smeer de remschuiven volgens het smeerschema.
Zie Onderhouds- en Servicehandleiding voor
transportvoertuigen.
Controleer kabels op schade; vervang indien nodig.
Controleer op degelijke bevestiging en slijtage.
Controleer contacten en kabelaansluitingen. Verifieer
stevigheid van de aansluitingen.
Controleer en stel zo nodig bij. Zie Onderhouds- en
Servicehandleiding voor transportvoertuigen,
hoofdstuk 7
Indien de batterijen niet werken zoals verwacht, raad-
pleeg dan het PowerDrive System 48 onderhouds- en
servicesupplement, hoofdstuk 13 – Batterijen.
19