b. Meld u aan als QSECOFR. Het standaardwachtwoord is QSECOFRen is hoofdlettergevoelig.
c. Selecteer Option 5 - Work with DST environment.
d. Selecteer Option 2- System Devices.
e. Selecteer Option 7- Configure service tools LAN adapter.
f. Typ de IP-instellingen die u wilt gebruiken. Optioneel: Voor de hostnaam van Servicetools kunt u
een hostnaam typen als deze ook is geregistreerd in uw DNS-netwerk. Het wordt aanbevolen het
woord Default te typen en het IP-adres in te voeren dat u wilt gebruiken.
g. Druk op F7 om de gegevens op te slaan.
h. Druk op F17 om de sessie te Deactiveren en druk er nogmaals op om de sessie te Activeren. Hier-
door wordt uw scherm leeggemaakt. Sluit de sessie.
9. Voer de volgende stappen uit om een verbinding met het statische IP-adres te maken:
a. Verplaats de poort van de PC en Operations Console naar het netwerk of configureer de IP-instel-
lingen van de PC opnieuw zodat ze in het subnet vallen dat u zojuist hebt geconfigureerd voor de
LAN-adapter voor de servicetools.
b. Ga terug naar de ACS-interface en selecteer het venster met het label System Configurations.
c. Klik op New.
d. Als u deze verbinding wilt gebruiken om verbinding te maken met andere functies, typt u de sys-
teemnaam die u wilt gebruiken op het tabblad General.
e. Klik op de tab Console.
f. Typ in het veld LAN Console/Virtual Control het IP-adres van de LAN-adapter voor servicetools in
het veld Service Host Name.
g. Klik op OK.
h. Klik in het hoofdmenu van ACS op Systeem en selecteer het systeem dat u hebt gemaakt.
i. Klik onder Console op 5250-console. Ga verder met de IPL.
Opmerking: De IP-configuratie van de PC moet opnieuw worden ingesteld voordat u de PC weer aansluit
op het netwerk, omdat de PC is geconfigureerd met het IP-adres van de gateway. De PC en de poort van
de serverconsole (T1) kunnen nu opnieuw worden bekabeld met het netwerk.
Ga verder met "Installatie van de server voltooien" op pagina 19.
De server bekabelen met een toetsenbord, beeldscherm en muis
Voordat u het systeem opstart, kan het nodig zijn een toetsenbord, een beeldscherm en een muis op het
systeem aan te sluiten, mits er een grafische kaart aanwezig is.
Over deze taak
Voer de volgende stappen uit om toetsenbord, beeldscherm en muis aan te sluiten:
Procedure
1. Zoek de grafische kaart en de USB (Universal Serial Bus)-poorten op, aan de achterkant van het sys-
teem. Mogelijk hebt u een stekkerconverter nodig.
2. Sluit de beeldschermkabel aan op de grafische kaart.
3. Sluit het toetsenbord en de muis aan op de blauwe USB 3.0-poorten.
4. Schakel de console in.
5. Ga verder met "Kabels van de server aansluiten uitbreidingseenheden aansluiten" op pagina 18.
Kabels van de server aansluiten uitbreidingseenheden aansluiten
Informatie over de bekabeling van de server en het aansluiten van uitbreidingseenheden.
Over deze taak
Voer de volgende stappen uit om de server te bekabelen en om uitbreidingseenheden aan te sluiten:
18 Power Systems: Installatie van de IBM Power System S922 (9009-22A en 9009-22G) en IBM Power System
H922 (9223-22H)