Procedure
1. Als u de HMC rechtstreeks wilt aansluiten op het beheerde systeem, sluit u Ethernet-aansluiting 1
van de HMC aan op de HMC1-poort van het beheerde systeem.
2. Voor informatie over het aansluiten van een HMC op een besloten netwerk zodat deze meer dan één
systeem kan beheren, raadpleegt u HMC-netwerkverbindingen (http://www.ibm.com/support/know-
ledgecenter/POWER9/p9hai/p9hai_netconhmc.htm).
Opmerkingen:
• U kunt ook meerdere systemen hebben aangesloten op een switch die vervolgens is verbonden met
de HMC. Voor instructies gaat u naar HMC-netwerkverbindingen (http://www.ibm.com/support/
knowledgecenter/POWER9/p9hai/p9hai_netconhmc.htm).
• Als u een switch gebruikt, zorg er dan voor dat de snelheid van de switch is ingesteld op Autodetec-
tion. Als de server rechtstreeks is aangesloten op de HMC, zorg er dan voor dat de snelheid van de
Ethernet-adapter van de HMC is ingesteld op Autodetection. Informatie over het instellen van me-
diasnelheid vindt u in Instellen van de snelheid van media (http://www.ibm.com/support/knowled-
gecenter/POWER9/p9hai/p9hai_lanmediaspeed_enh.htm).
3. Als u een tweede HMC aansluit op de beheerde server, koppelt u deze aan de Ethernet-poort met het
label HMC2 op de beheerde server.
4. Ga verder met "Kabels van de server aansluiten uitbreidingseenheden aansluiten" op pagina 18.
Kabels van de server aansluiten en toegang krijgen tot Operations Console
Ongeacht of u logische partities hebt of niet, kunt u Operations Console gebruiken om een server te behe-
ren waarop het besturingssysteem IBM i wordt uitgevoerd.
Voordat u begint
U hebt toegang tot de Operations Console via een LAN-verbinding met IBM i en met een van de volgende
clients:
• IBM i Access for Windows versie 7.1 met het meest recente servicepack. Gebruik de Operations Conso-
le om dit programma te openen. Dit programma maakt alleen verbinding met IBM i-systemen met ver-
sie 7.2, of eerder.
• IBM i Access Client Solutions (http://www-01.ibm.com/support/docview.wss?uid=isg3T1026805) (ver-
eist voor alle systemen met IBM i 7.3 of hoger).
Voer de volgende stappen uit om de server te bekabelen en de Operations Console te openen:
1. Controleer of de server uitgeschakeld is.
2. Bemachtig een statisch IP-adres dat aan de LAN-consoleadapter van de server wordt toegewezen
voor gebruik door de console. Noteer het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway. Selec-
teer eventueel een unieke hostnaam en registreer de hostnaam en het IP-adres in de DNS (Domain
Name System) voor uw website.
Opmerking: Dit IP-adres is bedoeld voor gebruik door Operations Console-stack in de interface van
IBM i en verschilt van het IP-adres dat wordt gebruikt voor het maken van een verbinding voor een
normale Telnet-sessie. Het IP-adres mag niet in gebruik zijn op een andere server. Ping het IP-adres
op een PC die verbonden is met een netwerk om te controleren of geen enkel ander apparaat gebruik-
maakt van het IP-adres. U moet geen antwoorden ontvangen.
Voer de volgende stappen uit om Operations Console in te stellen:
1. Installeer IBM i Access Client Solutions (ACS) (http://www-01.ibm.com/support/docview.wss?
uid=isg3T1026805) op een personal computer die verbonden is met het netwerk.
Opmerking: Om Access Client Solutions op een werkstation te kunnen uitvoeren, moet u Java JRE in-
stalleren. ACS is een Java-programma en de JRE is vereist voor het uitvoeren van ACS. Voor informatie
over de Java JRE-versie die u op een PC kunt installeren, raadpleegt u de handleiding Getting Started
op de website IBM i Access Client Solutions (http://www-01.ibm.com/support/docview.wss?
uid=isg3T1026805) .
Installatie van de IBM Power System S922 (9009-22A en 9009-22G) en IBM Power System H922
(9223-22H) 15