Urenteller
De urenteller (Fig. 15) geeft het totale aantal uren aan dat
de motor in bedrijf is geweest. De urenteller gaat lopen als
de gaspedaal wordt ingetrapt.
Oliedruklampje
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat de oliedruk in de
motor beneden een veilig niveau daalt (Fig. 15). Als het
lampje gaat branden, moet het oliepeil worden gecontroleerd
en olie worden bijgevuld indien dit nodig is; zie Motorolie-
peil controleren, blz. 29.
Opmerking: Het oliedruklampje kan gaan flikkeren. Dit
is normaal en er hoeven dan geen maatregelen te worden
genomen.
Lichtschakelaar
Tuimelschakelaar om de koplampen te ontsteken.
Indrukken om de lampen te laten branden (Fig. 15).
Aansluitpunt
Het aansluitpunt dient voor de aansluiting van optionele
elektrische accessoires (Fig. 15).
Claxonknop
Met een druk op de claxonknop stelt u de claxon in
werking (Fig. 15).
3
6
2
m-7365
Figuur 15
1. Contactschakelaar
2. Urenteller
3. Lichtschakelaar
4
5
1
4. Oliedruklampje
5. Aansluitpunt
6. Claxon
21
Brandstofmeter
De brandstofmeter (Fig. 16) geeft aan hoeveel brandstof
er in de tank zit.
Figuur 16
1. Brandstofmeter
Handgrepen voor passagier
De handgrepen voor de passagier bevinden zich rechts van
het instrumentenpaneel en op de buitenkant van elke stoel
(Fig. 17).
2
1
Figuur 17
1. Handgreep voor passagier
1
m–4887
2. Heupsteun