Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Accu In Gebruik Nemen; Belangrijk; Carteroliepeil Controleren; Bandenspanning Controleren - Toro Workman 2100 Gebruikershandleiding

Bedrijfsvoertuig
Verberg thumbnails Zie ook voor Workman 2100:
Inhoudsopgave

Advertenties

De accu in gebruik nemen

Opmerking: Deze procedure is alleen van toepassing
voor Modelnr. 07253TC.
Als de accu niet is gevuld met accuzuur of gebruiksklaar
is gemaakt, moet u deze uit het voertuig verwijderen, met
accuzuur vullen en opladen. Accuzuur met een soortelijk
gewicht van 1.260 moet u kopen bij een plaatselijke
accuhandelaar.
1. Verwijder de accuhouder en til de accu uit de accubak.
Gevaar
Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif
dat ernstige brandwonden veroorzaakt.
• Voorkom dat u accuzuur inslikt, en vermijd elk
contact met huid, ogen of kleding. Draag een
veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw
ogen en handen te beschermen.
• Vul de accu alleen bij op plaatsen waar schoon
water aanwezig is om indien nodig uw huid af
te spoelen.
2. Verwijder de vuldoppen van de accu en giet langzaam
accuzuur in elke cel totdat het zuurpeil net boven de
platen komt.
3. Plaats de vuldoppen terug en sluit een acculader van
3–4 A aan op de accupolen. Laad de accu op gedurende
4 tot 8 uur bij 3–4 A (12 V). De accu niet te ver opladen.
Waarschuwing
Bij het opladen produceert de accu gassen die tot
ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor
dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu
komen.
4. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het
stopcontact en maakt u deze los van de accuklemmen.
5. Verwijder de vuldoppen. Giet langzaam accuzuur in
elke cel totdat het zuurpeil tot aan de VOL-streep
staat. Plaats de vuldoppen terug.

Belangrijk

Laat de accu niet te vol worden. Er zal dan
accuzuur naar buiten stromen over andere delen van het
voertuig. Dit kan ernstige corrosie en beschadiging
veroorzaken.
6. Monteer de accu; zie Accu monteren, blz. 38.

Carteroliepeil controleren

Het carter van de motor is in de fabriek gevuld met olie;
het oliepeil moet echter worden gecontroleerd voordat en
nadat de motor voor de eerste keer is gestart.
1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak.
2. Verwijder de peilstok en veeg deze af met een schone
doek (Fig. 10). Steek de peilstok in de buis. Let erop
dat de peilstok er volledig in schuift. Haal de peilstok
eruit en controleer het oliepeil.
Figuur 10
1. Peilstok
3. Als het oliepeil te laag is, moet u de vuldop losmaken
van het klepdeksel (Fig. 10) en voldoende olie bijvullen
totdat het peil de VOL-markering op de peilstok bereikt;
zie Motoroliepeil controleren, blz. 29, voor juiste type
olie en viscositeit. Vul de olie langzaam bij en controleer
daarbij veelvuldig het peil. Niet te vol vullen.
4. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.

Bandenspanning controleren

U moet de bandenspanning om de 8 bedrijfsuren of
dagelijks controleren om er zeker van te zijn dat deze
correct is.
De luchtdruk in de voor- en achterbanden moet liggen
tussen 55–152 kPa (8–22 psi).
De benodigde bandenspanning is afhankelijk van de
nuttige lading die wordt vervoerd. Een lagere banden-
spanning leidt tot minder compactie. Bovendien rijdt het
voertuig dan gemakkelijker en wordt de vorming van
bandensporen beperkt. Een lagere bandenspanning moet
worden vermeden als een zware nuttige lading wordt
vervoerd bij hoge snelheden.
De bandenspanning moet hoger zijn als een zware
nuttige lading wordt vervoerd bij hoge snelheden. Zorg
ervoor dat de maximale bandenspanning niet wordt
overschreden.
18
2
1
2. Dop van vulbuis

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0725307253tc

Inhoudsopgave