Remmen
• Verminder uw snelheid als u een obstakel nadert. Dit
geeft u extra tijd om te stoppen of te draaien. Als u een
obstakel raakt, kunnen het voertuig en de lading
worden beschadigd. En wat belangrijker is, u en uw
passagier kunnen letsel oplopen.
• Het maximaal toelaatbare totaalgewicht van een
voertuig heeft een belangrijke invloed op uw
vermogen het voertuig tot stilstand te brengen en/of te
draaien. Bij een zware lading en zware werktuigen
wordt het moeilijker een voertuig tot stilstand te
brengen of te draaien. Hoe zwaarder de lading, des te
meer tijd het kost het voertuig tot stilstand te brengen.
• Verminder de snelheid van het voertuig als de laadbak
is verwijderd en er geen werktuig is bevestigd aan het
voertuig. De remkarakteristieken veranderen en als het
voertuig snel tot stilstand wordt gebracht, kunnen
hierdoor de achterwielen worden geblokkeerd, hetgeen
invloed kan hebben op de controle over het voertuig.
• Het gazon en het wegdek zijn veel gladder als zij nat
zijn. De stoptijd op een nat oppervlak kan 2 tot 4 maal
langer zijn dan op een droog oppervlak. Als u door
staand water rijdt dat diep genoeg is om de remmen nat
te laten worden, zullen zij pas goed functioneren als zij
weer droog zijn. Nadat u door water hebt gereden, moet
u de remmen testen om er zeker van te zijn, dat zij naar
behoren functioneren. Als dat niet het geval is, moet u
langzaam rijden, terwijl u lichte druk uitoefent op het
rempedaal. Hierdoor drogen de remmen.
Gebruik op hellingen
Waarschuwing
Als u het voertuig op een helling gebruikt, bestaat
de kans dat het voertuig omslaat of gaat rollen.
Ook bestaat de kans dat de motor afslaat of dat
het voertuig op een helling vaart verliest.
Hierdoor kan lichamelijk letsel ontstaan.
• Vermijd hellingen van meer dan 125.
• Geef niet te snel gas en trap niet abrupt op het
rempedaal als u achteruit een helling afrijdt,
zeker niet als u een lading vervoert.
• Als de motor afslaat of het voertuig vaart
verliest op een helling, moet u langzaam in een
rechte lijn achterwaarts de helling af rijden.
Probeer nooit het voertuig te draaien.
• Rij nooit dwars over een steile helling; u moet
deze helling altijd in een rechte lijn op- of
afrijden of er omheen gaan.
• Draai niet op een helling.
• Verminder de lading en de snelheid van het
voertuig.
• Stop niet op een helling, zeker niet als u een
lading vervoert.
Wees extra voorzichtig als u met het voertuig op een
helling rijdt. Neem hierbij de volgende richtlijnen in acht:
• Verminder uw snelheid voordat u een helling op- of
afrijdt.
• Als de motor afslaat of als het voertuig vaart begint te
verliezen terwijl u een helling oprijdt, moet u
voorzichtig het rempedaal indrukken en de helling
langzaam achterwaarts in een rechte lijn afrijden.
• Draaien als u een helling op- of afrijdt, kan gevaarlijk
zijn. Als u moet draaien op een helling, dient u dit
langzaam en voorzichtig te doen. Maak nooit een
scherpe of snelle bocht op een helling.
• Een zware lading heeft invloed op de stabiliteit van het
voertuig. Verminder het gewicht van de lading en
neem gas terug als u op een helling rijdt of als de
lading een hoog zwaartepunt heeft. Zorg ervoor dat de
lading goed is vastgezet om te voorkomen dat deze
gaat schuiven en wees extra voorzichtig als u een
lading vervoert die gemakkelijk schuift (vloeistoffen,
rotsblokken, zand, enz.).
• Stop niet op een helling, zeker niet als u een lading
vervoert. Stoppen tijdens de afdaling van een helling
kost meer tijd dan op vlak terrein. Als u het voertuig
tot stilstand moet brengen, mag u de snelheid niet te
abrupt verminderen, omdat dan de kans bestaat dat het
voertuig omslaat of gaat rollen. Trap niet te abrupt op
het rempedaal als u achterwaarts rolt, omdat het
voertuig dan kan omslaan.
• Indien mogelijk moet u een helling in een rechte lijn
op- en afrijden.
• Wij adviseren u ten sterkste de optionele omkiep-
beveiliging te monteren als u op heuvelachtig terrein
moet werken.
6