Gebruik op oneffen terrein
Neem gas terug en verminder de lading als u moet rijden
op oneffen terrein en vlak langs wegranden, kuilen en
andere onverwachte veranderingen in het terrein. De
lading kan gaan schuiven waardoor het voertuig zijn
stabiliteit verliest.
Wij adviseren u ten sterkste de optionele omkiepbeveiliging
te monteren als u op oneffen terrein moet werken.
Waarschuwing
Onverwachte veranderingen in het terrein kunnen
leiden tot abrupte bewegingen van het stuurwiel
die letsel aan handen en armen kunnen
veroorzaken.
• Verminder uw snelheid als u op oneffen terrein
en vlak langs wegranden rijdt.
• Houd het stuurwiel losjes vast aan de rand.
Houd uw handen niet op de spaken van het
stuurwiel.
Laden en storten
Het gewicht en de positie van de lading en de passagier
kunnen verandering brengen in het zwaartepunt en de
wijze waarop u het voertuig moet gebruiken. Om te
voorkómen dat u de controle over het voertuig verliest
waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan, moet u de
volgende richtlijnen in acht nemen:
• Vervoer geen lading die zwaarder is dan het
maximum gewicht dat is aangegeven op het
gewichtslabel van het voertuig; voor het maximale
gewicht, zie Specificaties, blz. 14. Het draagvermogen
geldt uitsluitend voor vlak terrein.
• Verminder het gewicht van de lading als u op een
helling of oneffen terrein rijdt om te voorkomen dat
het voertuig omkiept of omslaat.
• Verminder het gewicht van de lading als het zwaarte-
punt hoog is. Materialen, zoals bakstenen, kunstmest
of tuinpalen, worden hoger opgestapeld in de bak. Hoe
hoger de lading is opgestapeld, des te groter is de kans
dat het voertuig zal omslaan. Zorg ervoor dat de lading
zo laag mogelijk is opgestapeld en dat de lading het
uitzicht naar achteren niet belemmert.
• Zorg ervoor dat het gewicht van de lading gelijkmatig
is verdeeld over de volle breedte van de laadbak. Als u
de lading te veel aan een kant van de laadbak plaatst,
vergroot dit de kans dat het voertuig omslaat in een
bocht.
• Zorg ervoor dat het gewicht van de lading gelijkmatig
is verdeeld over de volle lengte van de laadbak. Als u
de lading achter de achteras plaatst, zal hierdoor
minder gewicht op de voorwielen rusten. Hierdoor
kunt u de macht over het stuur verliezen of kan het
voertuig omslaan op hellingen of oneffen terrein.
• Wees extra voorzichtig als de lading uitsteekt buiten
de laadbak en als u een uit-middelpuntige lading
vervoert die niet kan worden gecentreerd. Zorg ervoor
dat de lading in evenwicht is en goed vastzit om te
voorkomen dat deze gaat schuiven.
• Zet de lading altijd vast zodat deze niet gaat schuiven.
Als de lading niet goed vastzit of als u een vloeistof
vervoert in een grote container zoals een sproeier,
bestaat de kans dat de lading gaat schuiven. Dit
gebeurt meestal als u draait, een helling op- of afrijdt,
plotseling uw snelheid wijzigt of als u over oneffen
terrein rijdt. Als de lading gaat schuiven, kan het
voertuig omslaan.
Waarschuwing
De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere
lichaamsdelen kunnen bekneld raken.
• Houd handen en andere lichaamsdelen uit de
buurt van de bak als u deze neerlaat.
• Let erop dat u geen materiaal op omstanders
stort.
• Stort de lading nooit uit de bak als het voertuig
zijwaarts op een helling staat. Als gevolg van de
verandering in de gewichtverdeling kan het voertuig
omslaan.
• Als u een zware lading in de bak vervoert, moet u de
snelheid verminderen en ervoor zorgen dat de remweg
lang genoeg is. Trap niet abrupt op het rempedaal.
Wees extra voorzichtig op hellingen.
• Wees erop bedacht dat een zware lading de remweg
verlengt en de mogelijkheid vermindert om snel te
draaien zonder om te slaan.
• De laadruimte is uitsluitend bestemd voor een lading,
niet voor het vervoer van passagiers.
• Let erop dat u het voertuig niet te zwaar belaad. Het
naamplaatje (onder het dashboard op de middelste
kolom) geeft het maximumgewicht voor het voertuig
aan. U mag de werktuigen nooit te zwaar beladen of
het maximaal toelaatbare totaalgewicht van het
voertuig overschrijden.
7