7.3
Injectoren van de gasverwarmingsin-
stallatie
De injectoren voor het toebereiden van
het gas/luchtmengsel zijn niet gebonden
aan onderhoudsintervallen.
Door verontreinigingen in het propaan-
gas is het mogelijk dat het filter vervuilt.
In dit geval moet het aansluitstuk (4) en
daarna het gasventiel (5) worden uitge-
schroefd. Het filter is verbonden met het
gasventiel. Voorzichtig met lucht reini-
gen.
m
Het gasventiel en het filter niet reinigen
met een scherp voorwerp, omdat hier-
door het filter en/of de boring van het
gasventiel beschadigd raakt!
A
Het aansluitstuk (4) en het gasventiel
(5) zijn in de fabriek vastgelijmd met
"Loctite blauw".
Na het reinigen het gasventiel (5) en het
aansluitstuk (4) vastlijmen en vast-
schroeven.
f
Ervoor zorgen dat alle gasleidingsver-
bindingen zijn vastgeschroefd.
Bij ondichtheid bestaat explosiegevaar.
4
5
F 17