Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Communicatie-Foutstring; Flow-Foutstring - Baker Hughes Panametric PanaFlow HT Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 4. Foutcodes en probleemoplossing
4.2.2

Communicatie-foutstring

De elektronica van de PanaFlow HT-flowmeter bestaat uit twee onafhankelijke subsystemen. Het doel van de
foutstring Communicatie is het aan de operator overbrengen van een probleem met communicatie tussen deze
twee subsystemen.
4.2.3

Flow-foutstring

Flowfouten zijn fouten die door de UMPU (Ultrasonic Measurement Processing Unit, ultrasoon
meetverwerkingseenheid) worden gedetecteerd in de loop van het nemen van een flowmeting. Deze fouten kunnen
worden veroorzaakt door verstoringen in de vloeistof, zoals bovenmatige deeltjes in de flowstroom of extreme
temperatuurveranderingen. De fouten kunnen ook worden veroorzaakt door een lege pijp of een ander gelijksoortig
probleem met de vloeistof zelf. Flowfouten worden meestal niet veroorzaakt door een storing in het
flowmetingsapparaat, maar door een probleem met de vloeistof zelf.
Fouttitel
Foutmelding
E29
VelocityWarning
E22
SingleChAccuracy
E23
MultiChAccuracy
E15
ActiveTw
E6
CycleSkip
Fouttitel
Foutmelding
E5
Amplitude
80
Tabel 4: Communicatie-foutstring
Fouttitel
C1
Afbeelding 28: Communicatie-foutstring
Tabel 5: Flow-foutstring
E29 geeft aan dat de flowrate het bereik van de LWL (lower warning limit,
waarschuwing ondergrens) of UWL (upper warning limit, waarschuwing
bovengrens) heeft overschreden. Het doel van deze waarschuwing is de
operator ervan op de hoogte te brengen dat de flowrate de LFL (lower
functional limit, functionele ondergrens) of de UFL (upper functional limit,
functionele bovengrens) nadert. Op de waarschuwingslimietdrempel blijft
de flowmeter de flow meten en de SIL-uitvoer aandrijven. Als de flowrate echter
de functionele limietdrempel bereikt, gaat de SIL-uitvoer over op de staat
Gevaar gedetecteerd tot interventie van een geautoriseerde gebruiker E29
geeft de operator de kans om de situatie te corrigeren voordat wordt
overgegaan op de DD-staat.
E22 duidt aan dat er een fout in een van de flowkanalen is gedetecteerd. Dit is
alleen van toepassing op meerdere kanaalsystemen. Er is bijvoorbeeld een
probleem in de meting van kanaal 1, maar niet in de meting van kanaal 2.
E23 duidt een fout in meerdere kanalen aan.
E15 duidt een fout met de actieve Tw-meting aan. Dit kan worden veroorzaakt
door een transducerfout, een fout in de programmering van een parameter of
extreme procestemperaturen. De fout betekent dat de meting van hoe lang
het duurt voordat het ultrasoonsignaal de gebundelde golfgeleider heeft
gepasseerd, buiten redelijke grenzen ligt.
E6 duidt aan dat er een cyclusstap is overgeslagen in de
meetsignaalverwerking. Dit komt doorgaans door slechte signaalintegriteit,
mogelijk vanwege bellen in de pijpleiding, geluidsabsorptie door zeer viskeuze
vloeistoffen of cavitatie.
E5 duidt een amplitudefout in de signaalverwerkingsmeting aan. De
signaalamplitude is buitensporig hoog of laag. Dit komt ook vanwege een
slechts signaalintegriteit, net als een E6-fout.
Foutmelding
UMPU Comm error
Uitleg
Uitleg
PanaFlow HT Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave