Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Baker Hughes Panametric PanaFlow HT Gebruikershandleiding pagina 16

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 2. Installatie
2.3.1.1
Locatie van de transducer
Voor een gegeven vloeistof en leiding is de nauwkeurigheid van de PanaFlow HT afhankelijk van de locatie ervan en
de uitlijning van de transducers. Naast toegankelijkheid moeten bij de planning van de locatie voor de transducer de
volgende richtlijnen worden nageleefd:
• Plaats het metergedeelte voor minimaal 10 pijpdiameters pure, onverstoorde stroomopwaartse flow en
5 pijpdiameters pure, onverstoorde stroomafwaartse flow vanaf het meetpunt. Onverstoorde flow betekent het
vermijden van turbulentiebronnen in de vloeistof, zoals kleppen, flenzen, uitbreidingen en ellebogen, het
vermijden van maalstroom en het vermijden van cavitatie.
• Plaats de transducers op een algemeen axiaal vlak langs de pijp. Plaats de transducers aan de zijkant van de
pijp in plaats van aan de boven- of onderkant, aangezien er zich aan de bovenkant van de pijp vaak gas
ophoopt en aan de onderkant van de pijp vaak sediment. Beide omstandigheden veroorzaken verzwakking
van het ultrasoonsignaal. Deze beperking geldt niet voor verticale pijpen, zolang de vloeistofstroom naar boven
loopt om vrije val van de vloeistof of een minder dan volle pijp te voorkomen.
LET OP!
8
Afbeelding 7: Stroomomstandigheden
Afbeelding 8: Goede en slechte transducerlocaties
Plaats geen isolatie op of rondom de transducer of de verdeeldoos. De transducer en
de verdeeldoos fungeren als warmteopnemer die de transducer tegen hoge en lage
temperaturen beschermt.
PanaFlow HT Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave