Hoofdstuk 3. Eerste configuratie en programmering
3.7.3.2
Instellen van de pulsuitvoer
62
De Digital Output (digitale uitvoer) kan worden geprogrammeerd als Pulse
(puls) Frequency (frequentie), Alarm of Control Output (regeluitvoer), of Off
(uitgeschakeld). Om de uitvoer Pulse (puls) in te stellen, een blokgolfpuls voor
elke floweenheid die door de pijpleiding gaat, selecteert u Pulse (puls) en
drukt u op . Het volgende scherm verschijnt.
Selecteer Pulse Value (pulswaarde) en druk op . Een scherm zoals hieronder
zal verschijnen.
De Pulse Value (pulswaarde), een hoeveelheid flow vertegenwoordigd door één
puls (d.w.z. 1 puls = 10 gallon), wordt op het scherm weergegeven. Om de
huidige instelling te wijzigen, drukt u op . Een scherm als het volgende
verschijnt dan.
De eenheden die verschijnen, zijn de eenheden die zijn
Opmerking:
geselecteerd in
Als u de Pulse Value (pulswaarde) wilt wijzigen, gebruikt u de toetsen [] en
[] om elk cijfer te selecteren. Gebruik vervolgens de toetsen [] of [] om
de waarde van het gemarkeerde cijfer te wijzigen. Druk op om op te slaan
en druk dan op [
] om naar het menu Pulse (puls) terug te keren.
Als u een andere parameter in Pulse (puls) wilt bekijken of wijzigen, selecteert
u de gewenste parameter in de lijst en gaat u als volgt te werk:
•
Om de minimale inschakeltijd van de puls (Min Pulse) in te voeren, stelt u
de gewenste breedte van de puls in seconden in.
•
Voor Test Pulse Output (pulsuitvoer testen) voert u het gewenste aantal
pulsen in en controleert u of het gespecificeerde aantal pulsen door het
meetsysteem werd ontvangen.
•
Als Error Handling (foutverwerking) wordt geselecteerd, is er een andere
procedure nodig. Zie de volgende pagina voor instructies.
"Floweenheden" op pagina 43
PanaFlow HT Gebruikershandleiding
.