Installatie van het pistool
Instelprocedure
Instelprocedure voor
Instelprocedure
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING: Voer elke dag de volgende taken uit
om de levensduur te verlengen:
• Reinig het pistool.
Het pistool dagelijks reinigen, page
• Inspecteer de elektrode en vervang
deze indien hij beschadigd is. Zie
De elektrode vervangen, page
Voer de volgende handelingen uit om de levensduur
van schurende, metallic en extreem schurende
materialen te verlengen:
1. Kies een pistoolmodel voor hoge geleidbaarheid
of voor vaste vloeistofdebieten. Zie
Pistoolmodellen met een hoge geleidbaarheid,
page 4
en
Pistoolmodellen met vast
vloeistofdebiet, page 6
2. Ga als volgt te werk om een pistool geschikt te
maken:
• Kies een slijtgevoelige, korte of geharde
elektrode. Zie
Elektrodeassortiment, page
• Kies een nauwkeurige, slijtgevoelige
spuitmond of een slijtgevoelige spuitmond.
Zie
Selectietabel vloeistofspuitmond, page
Gebruik de juist maat spuitmond zodat de
vloeistofdruk onder 0,21 MPa (2,1 bar, 30 psi)
blijft, bij een vloeistofstroom van 200-300 mm
(8-12 inch).
• Gebruik het 24N632 ES aan/uit- en
vaste-vloeistofventiel.
3. Voer de stappen 1-19 in
Instelprocedure voor pistolen, page 25
4. Start de pomp. Stel de vloeistofregelaar bij
totdat de stroom van het pistool 200-300 mm
(8-12 inch) aflegt alvorens te vallen. Als de
vloeistofdruk lager is dan 0,04 MPa (0,4 bar, 5
psi) of hoger dan 0,21 MPa (2,1 bar, 30 psi), is
het doorgaans aan te raden een ander formaat
spuitmond te kiezen.
OPMERKING:
OPMERKING: Gebruik het pistool altijd met het
OPMERKING:
vloeistofregelventiel in de stand voor volledige
stroom of installeer het 24N632 ES aan/uit- en
vaste-vloeistofventiel. Gebruik altijd een externe
vloeistofregelaar. Gebruik de knop van de
externe vloeistofregelaar niet om de vloeistofdruk
in te stellen.
34
voor pistool
voor
pistool voor
pistool
voor schurende
voor
Zie
41.
50.
.
uit.
schurende materialen
schurende
materialen
materialen
5. Zet de luchttoevoer naar het pistool aan. Draai
de ES aan/uit-schakelaar (J) naar AAN (I).
6. Spuit een testpatroon. Controleer de verneveling.
Als er te sterke verneveling is op minimumdruk,
stel dan het begrenzingsventiel voor vernevelde
lucht bij. Als de verneveling niet goed is, verhoog
dan de luchtdruk of verlaag de vloeistofstroom.
90.
80.
OPMERKING: Gebruik de minimumdruk voor
OPMERKING:
OPMERKING:
de vernevelde lucht om de levensduur van
de elektrodedraad te verlengen. Verlaag
de inlaatluchtdruk van het pistool of stel het
begrenzingsventiel voor vernevelde lucht (G)
tegen de wijzers van klok in bij om de vernevelde
lucht te verminderen wanneer de toepassing dit
toelaat.
7. Stel het stelventiel voor de ventilatorlucht af.
• Draai het stelventiel voor de ventilatorlucht
• Draai het ventiel met de wijzers van de klok
OPMERKING:
OPMERKING: Gebruik de minimumdruk voor
OPMERKING:
de ventilatorlucht om de levensduur van de
elektrodedraad te verlengen. Verlaag de
inlaatluchtdruk van het pistool of stel het
stelventiel van de ventilatorlucht (G) met de
wijzers van klok mee bij om de ventilatorlucht te
verminderen wanneer de toepassing dit toelaat.
8. Spuit een testpatroon op een proefstuk.
Controleer of de randen goed gedekt zijn. Zie
Probleemoplossing, page 45
goed is.
helemaal open, tegen de wijzers van klok in,
voor het langste patroon.
mee om de ventilatorlucht te beperken en een
korter patroon te creëren.
als de dekking niet
332047S