5
Installatie
Raadpleeg Technische gegevens op pagina 63 voor de specificaties van de machine.
Lees, voordat u de machine installeert, de veiligheidsinstructies in Veiligheid op pagina 8.
Het niet opvolgen of negeren van de veiligheidsinstructies kan leiden tot ernstig letsel.
5.1
Transporteren en plaatsen
De machine moet rechtop verplaatst en getransporteerd worden.
Transport van de machine met een kraan is niet mogelijk. Transport van de machine met een
vorkheftruck is mogelijk zolang de machine nog op de palletverpakking staat.
Verplaatsen van de machine op de wieltjes op een ongelijke vloer kan leiden tot verlies van
stabiliteit van de machine. Beweeg altijd langzaam en voorzichtig.
1.
Plaats de machine op een vlakke, horizontale ondergrond. Dit is essentieel voor probleemloze
bediening van de machine.
Plaats machines met een kunststof deksel niet naast een warmtebron.
Zorg voor voldoende ruimte (minimaal 50 cm) rond de machine voor goede ventilatie.
2.
Activeer de remmen van de machine.
3.
Controleer of de machinebehuizing aanwezig is en correct gemonteerd is.
5.2
Machine aansluiten
1.
Controleer of de spanning die vermeld staat op het machineplaatje, overeenkomt met de
netspanning.
2.
Monteer de juiste stekker op de kabel in overeenstemming met de lokale wetgeving en de
aansluitgegevens. Zie Technische gegevens op pagina 63.
3.
Monteer de aansluiting van de kabel aan de machine. Zie Technische gegevens op pagina
63.
4.
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact om brandgevaar of elektrische schokken te
voorkomen (de aardaansluiting is groen/geel).
De stroomkabel moet altijd vrij zijn en er mag niets op worden geplaatst.
Vervang de stroomkabel onmiddellijk indien deze beschadigd is.
Installatie
23