• De werkruimte rondom de machine moet veilig zijn. De eigenaar van de machine dient
de vereiste voorzorgsmaatregelen te nemen om de machine veilig te kunnen bedienen.
• Het is verboden om de machine te starten in een omgeving met explosiegevaar.
• De machine is zodanig ontworpen dat productie veilig is onder normale
omgevingsomstandigheden.
• De eigenaar van de machine moet controleren of de instructies in deze handleiding ook
daadwerkelijk worden opgevolgd.
• De aanwezige beveiligingen mogen niet worden verwijderd.
• De correcte bediening en veiligheid van het systeem kunnen alleen gegarandeerd
worden indien het aanbevolen onderhoud op tijd en juist wordt uitgevoerd.
• Als er werkzaamheden uitgevoerd moeten worden aan de machine, moet deze
losgekoppeld en geblokkeerd worden van de stroomvoorziening en, indien van
toepassing, van de lucht- en gastoevoer.
• Werk aan de elektrische installatie mag uitsluitend uitgevoerd worden door een
technisch expert.
• Verzeker door interne procedures en toezicht dat alle toepasselijke stroomvoorzieningen
zijn afgesloten.
• De machine mag niet gebruikt worden tijdens reiniging, inspectie, reparatie en
onderhoud en moet van de elektrische voeding losgekoppeld worden met behulp van de
stekker en/of hoofdschakelaar.
• Voer nooit laswerkzaamheden uit aan de machine zonder de kabelverbinding naar de
elektrische componenten eerst los te koppelen.
• Gebruik nooit de stroomvoorziening van de besturingskast om andere machines aan te
sluiten.
• Alle elektrische verbindingen moeten volgens het bedradingsschema op de
terminalstrips aangesloten zijn.
2.4
Waarschuwingen tijdens gebruik
• Controleer alvorens de machine op te starten of er geen werk wordt uitgevoerd aan de
installatie en of de machine klaar is voor gebruik.
• Onbevoegde personen mogen de machine niet bedienen. Dit dient door de
machinebediener(s) gecontroleerd te worden.
• Neem onmiddellijk contact op met de servicemonteur van uw technische afdeling of
dealer als er mogelijk iets niet in orde is, zoals ongebruikelijke trillingen of ongebruikelijk
geluid.
• Onderdelen van het sealsysteem kunnen hoge temperaturen bereiken. Aanraking met
deze onderdelen kan letsel veroorzaken.
Veiligheid
10