GEGEVENSBEHEER
NL
DATASTRUCTUUR OP DE GEHEUGENKAART
MAPPENSTRUCTUUR
De gegevens (= opnamen) op de geheugenkaarten worden
opgeslagen in automatisch geproduceerde mappen. De eerste drie
plaatsen zijn voor het mapnummer (cijfers), de laatste vijf voor de
mapnaam (letters). Bij het aanmaken van een nieuwe map kunt u
zowel cijfers als letters veranderen. In de fabrieksinstelling wordt
de eerste map als 100LEICA aangeduid, de tweede als 101LEICA,
enz. Als mapnummer wordt in principe altijd het betreffende
volgende nummer gebruikt; er zijn maximaal 999 mappen mogelijk.
BESTANDENSTRUCTUUR
De aanduidingen van de bestanden in deze mappen bestaan uit elf
posities. In de fabrieksinstelling wordt het eerste bestand
aangeduid met 'L1000001.XXX', de tweede met 'L1000002.XXX'
enzovoort... 'L' staat voor het cameramerk; de volgende drie
plaatsen kunt u altijd veranderen. U kunt zowel cijfers als letters
gebruiken. De tweede cijfergroep is het bestandnummer: 'XXX'
staat voor het bestandsformaat (DNG of JPG). Als de zojuist
gebruikte map het bestandnummer 9999 bevat, zal er automatisch
een nieuwe map worden aangemaakt, waarin de nummering weer
bij 0001 zal beginnen.
94
Aanwijzingen
• Als geheugenkaarten worden gebruikt die niet zijn geformatteerd
met deze camera, zal de bestandsnummering automatisch weer
bij 0001 beginnen. Als er zich op de geheugenkaart toch een
bestand met een hoger nummer bevindt dan het laatst door de
camera toegewezen nummer, wordt er volgens de nummering op
de kaart verder geteld.
• Als mapnummer 999 en bestandsnummer 9999 zijn bereikt, zal
er op de monitor een betreffende waarschuwing verschijnen en
zult u de gehele nummering moeten resetten.