D
A
Aantal opnamen
B
Belichtingsverschil tussen de opnamen
C
Belichtingscorrectie-instelling
D
Lichtwaarde-schaalverdeling
E
Rood gemarkeerde belichtingswaarden van de opnamen (als
tegelijkertijd een belichtingscorrectie is ingesteld, wordt de
schaal met de bijbehorende waarde verschoven.)
Aanwijzingen
• Bij gebruik van de automatische belichtingsreeks geldt de
volgende regel: Bij automatische regeling van de ISO-gevoelig-
A
heid (zie S. 60) zal de gevoeligheid die door de camera
B
automatisch voor de niet-gecorrigeerde opname is bepaald, ook
C
voor alle andere opnamen van een serie worden toegepast; dat
wil zeggen dat deze ISO-waarde tijdens een serie niet wordt
veranderd. Dit kan er mogelijk toe leiden dat de langste onder
E
Maximum Exposure Time
Maximum Exposure Time
• Afhankelijk van de beschikbare combinatie sluitertijd/diafragma
kan het werkgebied van de automatische belichtingsserie
beperkt zijn. Onafhankelijk daarvan wordt altijd het ingestelde
aantal opnamen gemaakt. En kunnen er daarom meerdere
opnamen van een reeks op dezelfde wijze belicht zijn.
• De functie blijft actief tot een andere functie wordt gekozen in
het submenu
inschakelen van de camera. Als een andere functie wordt
gekozen, vindt bij elke bediening van de ontspanner een
volgende belichtingsserie plaats.
ingestelde sluitertijd overschreden wordt.
, respectievelijk na het uit- en weer
Drive Mode
Drive Mode
NL
71