ALGEMENE AANWIJZINGEN
NL
CAMERA/OBJECTIEF
• Noteer het serienummer van uw camera (in de bodem van de
behuizing gegraveerd) en de objectieven, omdat die in geval van
verlies uitermate belangrijk zijn.
• Op de camerabody moet als bescherming tegen het binnendrin-
gen van stof enz. in het bajonetdeksel van de camera altijd een
objectief of de bajonetdop zijn geplaatst.
• Om dezelfde reden moet het verwisselen van een objectief vlot
en indien mogelijk in een stofvrije ruimte gebeuren.
• Camera-bajonetdop of achterdeksel objectief mogen niet in een
broekzak worden bewaard, omdat ze daar stof aantrekken dat bij
het plaatsen van de lens in de camera terecht kan komen.
• Leica introduceert ook voor objectieven in onregelmatige
afstanden firmware-updates. U kunt de nieuwe firmware ook zelf
eenvoudig van onze startpagina downloaden en naar uw
objectief overbrengen. Meer informatie daartoe vindt u op de
pagina 100 'Firmware installeren'.
MONITOR
• Wanneer de camera aan grote temperatuurschommelingen
wordt blootgesteld, kan zich condens op de monitor vormen. Wis
de monitor voorzichtig af met een zachte, droge doek.
• Als de camera bij het inschakelen zeer koud is, is het monitor-
beeld eerst iets donkerder dan normaal. Zodra de monitor
warmer wordt, bereikt hij weer zijn normale helderheid.
12
BATTERIJ
• De batterij moet een temperatuur tussen +10 en +30 °C hebben
om te kunnen worden opgeladen (anders schakelt het oplaadap-
paraat niet in, respectievelijk weer uit).
• Lithium-ion batterijen kunnen altijd en onafhankelijk van de
actuele batterijconditie worden opgeladen. Als een batterij bij
het begin van het opladen slechts gedeeltelijk is ontladen, wordt
de volledige oplading sneller bereikt.
• Af fabriek zijn nieuwe batterijen slechts gedeeltelijk geladen.
Daarom moeten ze worden opgeladen voordat ze voor de eerste
keer worden gebruikt.
• Een nieuwe batterij bereikt zijn volledige capaciteit pas na 2-3
maal volledig opladen en ontladen door gebruik in de camera.
Dit ontladingsproces moet telkens na ca. 25 cycli worden
herhaald.
• Tijdens het laden worden zowel batterij als oplader warm. Dit is
normaal en geen storing.
• Indien beide LED's snel gaan knipperen (> 2 Hz) net nadat het
laden is begonnen, duidt dit op een laadfout (bijv. wegens
overschrijden van de maximale laadtijd, spanningen of
temperaturen buiten het toegestane gebied, of kortsluiting). Haal
in zo'n geval het oplaadapparaat van de netvoeding en verwijder
de batterij. Zorg ervoor dat aan de hiervoor genoemde
temperatuurvoorwaarden wordt voldaan en start het oplaadpro-
ces opnieuw. Als het probleem niet wordt opgelost, neem dan
contact op met uw dealer, de nationale vertegenwoordiging van
Leica of met Leica Camera AG.
• Oplaadbare lithium-ion batterijen genereren stroom door interne
chemische reacties. Deze reacties worden ook door de
buitentemperatuur en luchtvochtigheid beïnvloed. Voor een
maximale levensduur van de batterij moet deze niet permanent
aan extreem hoge of lage temperaturen (bijv. 's zomers resp. 's
winters in een geparkeerde auto) worden blootgesteld.