Inhoudsopgave
Advertenties
8.4.1. Extra isolator
1. Verwijder ± 30 cm van de buitenisolatie van de accessoirekabel.
2. Strip ±1 cm van de isolatie van de draden.
3. Sluit de draden L1, Neutraal en Aarde (PE) van de accessoirekabel aan op het laadpunt (zie afbeelding 29).
T20
4. Zet de accessoirekabel vast met de kabelklem (zie afbeelding 30).
5. Volg de instructies die bij de extra isolator worden geleverd voor het aansluiten van de isolator in de
consumentenunit.
8.5. Bekabelde netwerkaansluiting
LET OP
Gebruik de beslissingsboom van hoofdstuk 3.5. Methoden voor aansluiting op backoffice om te
bepalen of voor deze installatie een bekabelde netwerkverbinding vereist is. Zo ja, ga dan verder met dit
hoofdstuk.
Als de Wi-Fi-signaalsterkte onvoldoende is voor netwerkcommunicatie, sluit u het laadpunt aan op een router
met internetverbinding (niet meegeleverd) volgens de onderstaande stappen.
LET OP
In hoofdstuk 7. Voorbereiding hebt u een ethernetkabel klaargelegd voor deze aansluiting.
Installatiehandleiding – Connect - 16SRNL02
7mm
z
x
NL
L1
N
PE
29
Advertenties
Inhoudsopgave
