4. Steek de gestripte PE-, N- en L1-draden in de bijbehorende klemmen (zie afbeelding 23).
5. Steek de gestripte L1 van het net in de grijze aansluitklem van het laadpunt.
6. Steek de gestripte L2 van het net in de blauwe aansluitklem van het laadpunt.
7. Steek de aardingsdraad in de aardklem.
T20
8. Zet de voedingskabel vast met de kabelklem (zie afbeelding 24).
9. Steek de aardingsdraad in de aardklem.
Installatiehandleiding – Connect - 16SRNL02
f
g
NL
26