Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatiehandleiding
Connect
Visit shellrecharge.com/installer to find out more.
Powered by Shell Recharge - driven by you.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Shell Recharge Connect 7 Cable

  • Pagina 1 Installatiehandleiding Connect Visit shellrecharge.com/installer to find out more. Powered by Shell Recharge - driven by you.
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Voorwoord Voorbereiding 1.1. Vertaalde instructies Installatie 1.2. Copyright 1.3. Disclaimer 8.1. Montage 1.4. Over dit document 8.2. Elektrische aansluiting 1.5. Andere belangrijke documenten 8.3. Versie met vaste laadkabel 1.6. Gebruikte symbolen in het document 8.4. EV- en ZE-Ready installatie 1.7.
  • Pagina 3: Voorwoord

    Hoe ons product moet worden geïnstalleerd en gebruikt hangt af van de lokale omstandigheden en de lokale en nationale regelgeving die staan vermeld in onze handleiding. Shell Recharge is niet verantwoordelijk voor enig verlies of schade – met inbegrip van maar niet beperkt tot indirecte, persoonlijke of gevolgschade –...
  • Pagina 4: Gebruikte Afkortingen/ Terminologie In Dit Document

    6 WAARSCHUWING Geeft aan dat ernstig letsel kan ontstaan dat mogelijk de dood tot gevolg kan hebben of dat het product ernstig beschadigd kan raken als u de handleiding niet op de juiste wijze opvolgt. Geeft aan dat u licht tot matig letsel kunt oplopen of dat het product beschadigd kan raken als u 6 VOORZICHTIG de handleiding niet op de juiste wijze opvolgt.
  • Pagina 5: Veiligheid

    MID-gecertificeerd Gecertificeerd volgens de meetinstumentenrichtlijn. Vereist voor energiemeters die worden gebruikt voor handelsdoeleinden Millimeter Near-field-communication Newtonmeter OCPP Open charge point protocol Printplaatje RCBO Aardlekautomaat. Beschermt een elektrische installatie tegen zowel overmatige lekstromen als te hoge stromen die zijn veroorzaakt door overbelasting of kortsluiting. Aardlekbeveiliging.
  • Pagina 6: Persoonlijke Beschermingsmiddelen (Pbm)

    ze zijn bekend met en houden zich aan de veiligheidsinstructies en de delen van deze handleiding die ƒ betrekking hebben op de installatie van het product; ze zijn bekend met en houden zich aan de toepasselijke lokale, nationale en internationale wet- en ƒ...
  • Pagina 7: Etiketten

    Indien na het resetten van de overstroombeveiliging, aardlekbeveiliging of aardlekautomaat het apparaat niet geactiveerd kan worden of opnieuw doorslaat, moet u contact opnemen met Shell Recharge of uw installateur. Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder ƒ...
  • Pagina 8: Beschrijving Van Het Product

    3. Beschrijving van het product 3.1. Belangrijkste onderdelen 1. Led-statusindicator 4. RFID-lezer 2. Identificatielabel met serienummer 5. a. Type 2 EV-laadpuntcontact en kap 3. Productgegevens b. Laadkabelconnectorhouder voor vaste kabel 3.2. Interne aansluitingen 1. Klemmenblokken 5. Fase L3 aansluiting 2. Aardeaansluiting 6. Fase L2 aansluiting 3.
  • Pagina 9: Technische Specificaties

    3.2.1. Interne aansluitingen voor accessoires 1. Connector piek-/dalurenmodule 9. Vaste kabelverbinding. Houd dezelfde volgorde aan 2. Connector extra onderbreker als de verbinding boven de contactor 3. Ethernetpoort L1 = connector 2 L2 = connector 4 4. Datakabelinvoer met grijze tule L3 = connector 6 Neutraal = connector 8 5.
  • Pagina 10 EV, de huisaansluiting op uw locatie en het elektriciteitsverbruik van uw gebouw. ** Neem contact op met Shell Recharge om de laadcapaciteit te veranderen *** Neem voor meer informatie contact op met Shell Recharge : +44 20 3868 1036 en druk op optie 1 Montage Maximale montagehoogte laadpuntcontact...
  • Pagina 11 Omgevingsomstandigheden Beveiliging Klasse II Bedrijfstemperatuur -25 - 75ºC Opslagtemperatuur -40 - 85ºC Relatieve vochtigheid <75% jaargemiddelde bij 21°C <95% minder dan 30dagen/jaar, bij 25°C Mate van vervuiling Hoogte ≤ 2000 m Toepassingsgebied Residentieel, binnenshuis in geschikte meterkast 3.3.1. Dynamic Power Management - Connect 7 Interface DC-voeding Voeding Geleverd door laadpunt Connector Schroefaansluitingen voor + en - Afmetingen...
  • Pagina 12: Product Label

    Ecological Innovation www.shellrecharge.com 3.5. Methoden voor aansluiting op backoffice Om te bepalen wat de beste manier is om uw laadpunt aan te sluiten op de Shell Recharge-backoffice, kunt u de volgende beslissingsboom gebruiken. WiFi extender WiFi is available, but needs to be amplified (e.g.
  • Pagina 13: Transport En Opslag

    4. Transport en opslag 4.1. Transport Laat het product niet vallen en vermijd stoten tijdens het transport van het product. Overmatige trillingen tijdens het transport kunnen leiden tot losgeraakte verbindingen en de goede werking van het product beïnvloeden. 4.2. Opslag Koppel het product los van de stroomvoorziening als u het product gaat opslaan. Bewaar het product altijd in omgevingsomstandigheden die vallen binnen het bereik dat staat vermeld in hoofdstuk 3.3.
  • Pagina 14: Connect Cable

    5.2. Connect Cable 1. Laadpunt (1×) 7. M6 × 70 mm houtdraadbout (1×) 2. 5 × 16 mm Torx-schroef (8×) 8. 5 × 65 mm houtschroef (2×) 3. 4 × 25 mm Torx-schroef (1×) 9. M6 × 25 onderlegring (2×) 4. Schroefdoppen (4×) 10.
  • Pagina 15: Installatiemateriaal (Niet Meegeleverd)

    LET OP Het laadpunt kan begrensd worden tussen 6 A en 32 A, zoals beschreven in hoofdstuk 10.2. Inschakelen van het laadpunt. *Shell Recharge is niet verantwoordelijk voor spanningsschommelingen in het net. Het elektrische voertuig kan gevoeliger zijn voor spanningsval. 6.2. Datakabel Ethernetkabel: standaard CAT5 of CAT6 UTP-grondkabel met T568B aangesloten RJ45-connectoren;...
  • Pagina 16 De installateur moet een geschikte installatieautomaat kiezen die past bij de laadlimiet van het laadpunt, rekening houdend met de specificaties van de fabrikant van de installatieautomaat, de selectiviteitsregels en de richtlijnen van EV-Ready. Installatieautomaten moeten aan een van de volgende normen voldoen: IEC 60898-1, IEC 60947-2 of IEC 61009-1.
  • Pagina 17: Accessoirekabel Voor Ev- En Ze-Ready-Installatie

    6.8. Montage van het laadpunt Gebruik voor muurmontage 4 × houtdraadbouten (6 × 50 mm), onderlegringen en pluggen. 6.9. Installatiegereedschap en -materialen Zorg dat u bij het installeren van een Shell Recharge-laadpunt basisgereedschap voor elektromonteurs hebt. Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving Plug voor muurmontage (indien van Bekabelde ethernetverbinding.
  • Pagina 18: Voorbereiding

    Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving Rolmaat. Torx T20-schroevendraaier Dit is optioneel. Kleine sleufschroevendraaier. Spanningstester. Stanleymes Schuifmaat. Afplakband. Maat 10 moersleutel. Schaar PZ2 momentschroevendraaier. Draadstripper. PZ/S2 Schroevendraaier PZ3. 7. Voorbereiding 1. Schakel de stroom naar het circuit waarop u het laadpunt wilt installeren uit. 2.
  • Pagina 19: Installatie

    10. Draai de klep van het laadpuntcontact tegen de klok in en trek hem uit de kap (zie afbeelding 9 & 11. Trek de kap van de behuizing om het laadpunt te openen om toegang te krijgen tot de interne componenten (zie afbeelding 9 12.
  • Pagina 20 100-110 cm 100-110 cm 2. Plak het boorsjabloon met de horizontale lijn op de juiste hoogte (100-110 cm) op de muur met afplaktape (zie afbeelding 11). LET OP Gebruik een waterpas om er zeker van te zijn dat de horizontale lijn op de sjabloon waterpas is, voordat u gaat boren.
  • Pagina 21 6 × 70 mm 7. Steek de bijgeleverde muurpluggen in de gaten, indien van toepassing (zie afbeelding 13 8. Schroef de bijgeleverde 6 × 70 houtdraadbout in het bovenste gat, met een sleutel maat 10 of boorbit (zie afbeelding 13 LET OP Gebruik de meegeleverde afstandhouder om de schroefkop ±...
  • Pagina 22 De volgende drie stappen zijn optioneel (zie afbeelding 15): 13. Maak met een schroevendraaier een gat in de grijze tule(s) voor de datakabel(s). 14. Voer de DPM-datakabel vanaf de achterkant door de rechter doorvoertule. 15. Voer de ethernetkabel vanaf de achterkant door de linker doorvoertule. 16.
  • Pagina 23 17. Draai de houtdraadbout vast totdat de achterkant van het laadpunt vlak tegen de muur aan zit (zie afbeelding 17). 5 × 65 mm 18. Schroef de twee meegeleverde 5 × 65 mm schroeven en ringen door de gaten in de behuizing in de muurpluggen (zie afbeelding ).
  • Pagina 24: Elektrische Aansluiting

    8.2. Elektrische aansluiting 8.2.1. Stroomaansluiting voor TN- en TT-netsystemen ± 10 mm ± 100 mm 1. Zorg ervoor dat u ±15 cm vrije voedingskabel hebt, gemeten vanaf de doorvoertule (zie afbeelding 19). 2. Verwijder ±10 cm van de buitenisolatie van de voedingskabel. 3. Strip ±1 cm van de isolatie van de vijf draden. 2.4 Nm 4.
  • Pagina 25: Stroomaansluiting Voor It-Netsystemen

    5. Zet de voedingskabel vast met de kabelklem (zie afbeelding 21). 8.2.2. Stroomaansluiting voor IT-netsystemen 6 WAARSCHUWING Deze verbindingsmethode is alleen geschikt voor IT-netsystemen. Houd er rekening mee dat dit laadpunt alleen kan worden geïnstalleerd in 1-fase naar een IT-netsysteem. Voor een 3-fase installatie moet een transformator worden toegepast.
  • Pagina 26 4. Steek de gestripte PE-, N- en L1-draden in de bijbehorende klemmen (zie afbeelding 23). 5. Steek de gestripte L1 van het net in de grijze aansluitklem van het laadpunt. 6. Steek de gestripte L2 van het net in de blauwe aansluitklem van het laadpunt. 7.
  • Pagina 27: Versie Met Vaste Laadkabel

    8.3. Versie met vaste laadkabel 12-23 mm 10-16 mm 9-13 mm 3 mm 1. de rechter kabelklem (zie afbeelding 25 2. Duw de doorvoertule binnenstebuiten (zie afbeelding 25 3. Knip de rechter doorvoertule met een schaar op de juiste maat, afgestemd op de dikte van de vastgemaakte kabel (zie afbeelding 25 LET OP Gebruik een schuifmaat om de dikte van de kabel te meten en de juiste maat voor de...
  • Pagina 28: Ev- En Ze-Ready Installatie

    8. Zet de kabel vast met de kabelklem (zie afbeelding 27). 8.4. EV- en ZE-Ready installatie 12-23 mm 10-16 mm 9-13 mm 3 mm 9. Verwijder de linker kabelklem (zie afbeelding 28 10. Duw de doorvoertule binnenstebuiten (zie afbeelding 28 11. Knip de linker doorvoertule met een schaar op de juiste maat, overeenkomstig de dikte van de accessoirekabel (zie afbeelding 28 LET OP Gebruik een schuifmaat om de dikte van de accessoirekabel te meten en de juiste maat voor de...
  • Pagina 29: Bekabelde Netwerkaansluiting

    8.4.1. Extra isolator 1. Verwijder ± 30 cm van de buitenisolatie van de accessoirekabel. 2. Strip ±1 cm van de isolatie van de draden. 3. Sluit de draden L1, Neutraal en Aarde (PE) van de accessoirekabel aan op het laadpunt (zie afbeelding 29). 4.
  • Pagina 30: Installatie Dynamic Power Management

    1. Neem de ethernetkabel die naar de router van de klant leidt. 1 2 3 4 5 6 7 8 RJ45 2. Strip ± 2 cm van de buitenisolatie van de ethernetkabel. 3. Knip de draden in een rechte lijn en steek ze in een RJ45-connector in de T568B-standaardvolgorde, in overeenstemming met de afbeelding (zie afbeelding 31).
  • Pagina 31: Installatie Van De Dynamic Power Management-Module

    8.6.1. Installatie van de Dynamic Power Management-module Modbus CT-Clamp EVSE 20mm 20mm GRID A. Schroefaansluitingen voor + en - E. GRID-led B. Schroefklemmen voor A en B F. Schroefklemmen voor 1 of 3 C. Stroom-led stroomtransformatoren D. EVSE-led G. Schroefklemmen voor 1 of 3 stroomtransformatoren 1. Monteer de DPM-module op een vrije plek op de DIN-rail in de meterkast (zie afbeelding 34). Installatiehandleiding –...
  • Pagina 32: Het Laadpunt Aansluiten Op De Dynamic Power Management-Module (3-Fasenmodel)

    L1 L2 L3 L1 L2 L3 2. Monteer de stroomtransformators rond de fasedraden van de huisaansluiting (zie afbeelding 35 3. Steek de draden van de stroomtransformators in de bijpassende connectoren aan de onderkant van de DPM-module (zie afbeelding 35 LET OP Zorg ervoor dat L1, L2 en L3 van de huisaansluiting overeenkomen met CT1, CT2 en CT3 op de DPM-module.
  • Pagina 33: Afronden Van De Installatie

    CT3 op de DPM-module. 2. Neem de DPM-datakabel die naar de meterkast leidt. 3. Strip ± 2 cm van de buitenisolatie van de DPM-datakabel. 4. Verwijder de DPM-connector uit het laadpunt. 20mm Modbus 5. Sluit de + & - draden, en de A & B-draden aan in dezelfde volgorde als op de zijkant van de verdeelkast (zie afbeelding 37).
  • Pagina 34 6 VOORZICHTIG Gebruik geen elektrische schroevendraaier om de schroeven vast te draaien, dit kan de kap of behuizing beschadigen. 10. Steek de 4 meegeleverde schroefdoppen in de gaten in het deksel (zie afbeelding 11. Zet de grijze klep iets gekanteld tegen de klok in het laadpuntcontact van de kap. (zie afbeelding 39). 12.
  • Pagina 35: Inbedrijfstelling

    14. Plaats het bijgeleverde zekeringkastlabel onder de geïnstalleerde beveiliging van het laadpunt in de consumentenunit (zie afbeelding 43). 10. Inbedrijfstelling 10.1. Controles vóór het inschakelen 1. Controleer of alle overstroombeveiligingen in de meterkast zijn uitgeschakeld. 2. Meet de isolatieweerstand (IR), deze moet >1MΩ zijn. 3.
  • Pagina 36: Configuratie

    Solutions-team. 10.3.1. Netwerkverbinding Om klanten gebruik te laten maken van online diensten en om ondersteuning te krijgen van de Shell Recharge helpdesk, is het noodzakelijk om het laadpunt via internet met de Shell Recharge backoffice te verbinden. Er zijn verschillende methoden voor aansluiting op het backoffice mogelijk, afhankelijk van het type laadpunt en de situatie bij de klant.
  • Pagina 37: De Installatie Testen

    Beveiliging tegen te hoge stroomsterkte U hebt het laadpunt geïnstalleerd op een specifieke beveiligingsinrichting. Gebruik de nominale stroom van die beveiligingsinrichting om het laadpunt te configureren. Deze inrichting wordt ook wel een installatieautomaat (overbelastingsbeveiliging) of een aardlekautomaat (overbelastings- plus aardlekbeveiliging) genoemd. Laadlimiet van het laadpunt Configureer de laadlimiet zoals beschreven in de specificaties van de installatieautomaat in hoofdstuk 6.4. De waarde voor de laadgrens wordt ingesteld in Ampère en geldt voor alle fasen.
  • Pagina 38: Extra Isolatie

    10.4.4. Extra isolatie Als deze installatie volgens de EV-Ready-richtlijnen is uitgevoerd, is er een extra isolatieapparaat geïnstalleerd. Test de functionaliteit van het apparaat met behulp van de Installer-app. 11. Normaal gebruik 11.1. Starten met laden 1. Verbind uw voertuig met het laadpunt door de laadkabel aan te sluiten. LET OP Standaard is AutoCharge geconfigureerd en start een laadsessie automatisch.
  • Pagina 39: Verklaring Van De Blauwe Lampjes Op De Dynamic Power Management-Module

    11.4. Verklaring van de blauwe lampjes op de Dynamic Power Management-module PWR - voedingsstatuslampje - gele led In deze paragraaf wordt de betekenis uitgelegd van de lampjes op de Dynamic Power Management module blauw. Raadpleeg voor het oplossen van problemen Hoofdstuk 12. Probleemoplossing. Brandt niet Dynamic Power Management-module krijgt geen stroom. Knippert Dynamic Power Management-module krijgt voeding, maar de spanning is lager dan 6 V, dit moet hersteld worden.
  • Pagina 40: Problemen Met Het Laadpunt Oplossen

    LET OP Als het probleem niet is opgelost na het raadplegen van deze probleemoplosser, neem dan contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk voor meer hulp. 12.1. Problemen met het laadpunt oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing ƒ De stroom is niet aangesloten op het Er brandt geen licht...
  • Pagina 41 Bijvoorbeeld: voeg een aardingspen toe die rechtstreeks op het laadpunt is aangesloten. Als dit geen resultaat oplevert: ƒ Het laadpunt is mogelijk defect, neem contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk. Installatiehandleiding – Connect - 16SRNL02...
  • Pagina 42 Als dit geen resultaat oplevert: ƒ Het laadpunt is mogelijk defect, neem contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk. Het ledlampje Het laadpunt is mogelijk defect 1 Start het laadpunt opnieuw door het uit te schakelen door...
  • Pagina 43 Als het voertuig in orde is bevonden door de autodealer en de DPM-module is uitgeschakeld, maar het lampje blijft groen terwijl u vermoedt dat het laadpunt zou moeten laden, neem dan contact op met uw plaatselijke Shell Recharge Installatiedesk. Het ledlampje...
  • Pagina 44: Problemen Met Dynamic Power Management Oplossen

    De belangrijkste reden voor deze aansluiting is om de klant beter te kunnen ondersteunen in geval van een probleem. Als u niet zeker weet wat u moet doen, neem dan contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk. 12.2. Problemen met Dynamic Power Management oplossen...
  • Pagina 45: Onderhoud

    DPM datakabel. ƒ De DPM datakabel is beschadigd ƒ Het laadpunt is mogelijk defect Neem contact op met uw lokale Shell Recharge Installatiedesk. ƒ Er zijn data ontvangen maar er is in Laadstation Controleer of de DPM datakabel correct is aangesloten, zoals de laatste 10 seconden geen geldig* in de afbeeldingen 36 en 37 wordt uitgelegd.
  • Pagina 46: Periodiek Onderhoud

    13.2. Periodiek onderhoud Controleer jaarlijks: of alle schroeven en connectoren stevig vastzitten op de componenten in de meterkast. Controleer de ƒ connectoren van de overstroombeveiliging, aardlekbeveiliging, aardlekautomaat, Dynamic Power Management-module etc. of alle schroeven en connectoren stevig vastzitten op de componenten in het laadpunt. Controleer de ƒ...
  • Pagina 47: Eg Verklaring Van Overeenstemming

    15. EG Verklaring van overeenstemming DocuSign Envelope ID: 190F54BA-B459-46AE-B63F-D40575C3FD6F EU Declaration of Conformity Based on Decision N° 768/2008/EC Manufacturer Ecological Innovation NV Brandstraat 13 9160 Lokeren Belgium No. 21DOCS2NC10 This declaration of conformity is issued under the sole responsibility of the manufacturer. Object(s) of the declaration: Product: EV Charging Station (AC) Model number(s) 601S012110L...
  • Pagina 48 Installatiehandleiding – Connect - 16SRNL02...
  • Pagina 49 Nederlands | Vertaalde instructies 16SRNL02 | 08/2022 Manufactured by: Shell EV Charging Solutions B.V. Rigakade 20, 1013 BC | Amsterdam, The Netherlands +31880109500 | www.shellrecharge.com...

Inhoudsopgave