• Beveilig.modus: 'Geen', 'Statisch WEP' of 'Verbeterd'. De
Samsung-afdrukserver biedt drie soorten beveiligingsmodi
('Geen', 'Statisch WEP' en 'Verbeterd'), zodat de beveiliging
van een draadloos netwerk gemakkelijk kan worden
ingesteld. De beveiligingsmodus 'Geen' wordt gebruikt
wanneer de validatie van de identiteit van een draadloos
apparaat en gegevenscodering niet zijn vereist voor uw
netwerk. Statisch WEP gebruikt het WEP-algoritme (Wired
Equivalent Privacy) dat door de standaard IEEE802.11 wordt
voorgesteld voor beveiligingsdoeleinden. Een WEP-algoritme
biedt gegevenscodering en decodering voor
datacommunicatie. Statisch WEP-beveiliging vereist een
WEP-sleutel voor gegevenscodering, decodering en
verificatie. WPA biedt meer beveiliging en een beter
sleutelbeheer dan Statisch WEP door gebruik te maken van
IEEE802.1X EAP-verificatie en dynamische codering (zoals
dynamisch WEP, TKIP, AES). WPA kan niet via het
bedieningspaneel van de printer worden geconfigureerd. Om
WPA te kiezen als beveiligingsmodus, moet u SWS
(SyncThru Web Service) gebruiken. Voor meer informatie
over geavanceerde instellingen verwijzen we naar de
gebruikershandleiding van de netwerkprinter. De
standaardinstelling is 'Geen'.
• Verificatie: 'Open systeem' of 'Ged. sleutel'. Deze optie is
alleen beschikbaar in de modus Statisch WEP. Indien uw
netwerk dit vereist, moet de juiste verificatiemethode
worden geconfigureerd op de afdrukserver. De
standaardinstelling is 'Open systeem'.
• Codering: '64-bits WEP' of '128-bits WEP'. Deze optie is
alleen beschikbaar in de modus Statisch WEP. Als uw
netwerk gebruik maakt van Statisch WEP-coderingssleutels,
moet u de coderingssleutels configureren. U kunt maximaal
vier sleutels configureren. De actieve sleutel moet
overeenstemmen met de waarde en actieve sleutelpositie
(bijv. Sleutel 1) die op andere draadloze apparaten is
geconfigureerd. De standaardinstelling is '64-bits WEP'.
• Met sleutel: Selecteer de sleutel die in uw netwerk moet
worden gebruikt. Deze optie is alleen beschikbaar in de
modus Statisch WEP. De standaardinstelling is 'Sleutel 1'.
• Type sleutel: Selecteer het type sleutel van uw netwerk.
Deze optie is alleen beschikbaar in de modus Statisch WEP.
De standaardinstelling is 'Hexadecimaal'.
• Sleutel1, Sleutel2, Sleutel3, Sleutel4: Voer het
sleutelnummer voor 'Codering' in. Deze optie is alleen
beschikbaar in de modus Statisch WEP. De standaardinstelling
is 0 voor alle sleutels. U kunt het nummer als volgt invoeren:
Hexadecimaal
64-bits WEP
10 cijfers
128-bits WEP
26 cijfers
O
: Uw wijzigingen voor draadloze parameters
PMERKING
zullen worden toegepast nadat de afdrukserver opnieuw werd
ingesteld. Hoe de afdrukserver opnieuw kan worden ingesteld,
leest u onder 'De netwerkkaart opnieuw opstarten' op
pagina 8.4.
Alfanumeriek
5 tekens
13 tekens
8.5
Uw printer gebruiken in een netwerk (alleen voor de CLP-600N)
De draadloze configuratie opnieuw instellen
U kunt de draadloze configuratie opnieuw instellen op de
standaardinstellingen.
1
Druk in de modus Gereed op de toets Menu (
op de onderste regel van het display 'Netwerk' verschijnt.
Druk op de toets Enter (
2
Druk op de toets Enter (
regel 'Netwerk conf.' verschijnt.
3
Druk op
of
tot op de onderste regel 'Ja' verschijnt.
Druk op de toets Enter (
4
Druk op de toets Upper Level (
5
Druk op
of
tot op de onderste regel 'Draadl. conf.'
verschijnt. Druk op de toets Enter (
6
Druk op
of
tot op de onderste regel 'Ja' verschijnt.
Druk op de toets Enter (
7
Druk op de toets Upper Level (
8
Druk op
of
tot op de onderste regel 'Draadl. stand.'
verschijnt.
9
Druk op de toets Enter (
O
: Deze functie zal worden toegepast nadat de
PMERKING
afdrukserver opnieuw werd ingesteld. Hoe de afdrukserver
opnieuw kan worden ingesteld, leest u onder 'De netwerkkaart
opnieuw opstarten' op pagina 8.4.
) tot
) om het menu te openen.
) wanneer op de onderste
).
).
).
).
).
) om uw keuze te bevestigen.