Afdrukken op etiketten
• Gebruik alleen etiketten die aanbevolen zijn voor
laserprinters.
• Het kleefmiddel van de etiketten moet gedurende 0,1 seconde
bestand zijn tegen een fixeertemperatuur van 180 °C.
• Controleer of er tussen de etiketten geen kleefmiddel
blootligt. Als dit het geval is, kunnen de etiketten tijdens het
afdrukken loskomen, waardoor het vel kan vastlopen.
Bovendien kan blootliggend kleefmiddel printeronderdelen
beschadigen.
• Druk nooit meer dan één keer af op hetzelfde vel etiketten
en druk nooit af op een vel waarvan de etiketten gedeeltelijk
verwijderd zijn.
• Gebruik geen etiketten die loskomen van het vel of die
verkreukeld of beschadigd zijn.
• Om te vermijden dat etiketten aan elkaar kleven, mag u de
etiketvellen niet op een stapel laten liggen wanneer ze uit de
printer komen.
Afdrukken op etiketten:
1
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
2
Plaats etiketten in geen enkele andere lade dan de
multifunctionele lade en plaats ze met de te bedrukken
zijde onder, waarbij de korte bovenkant eerst in de
printer gaat. Stel de geleider in op de breedte van de
etiketten.
3
Wanneer u afdrukt, stelt u de invoerlade in op MPT,
stelt u het type papier in op Etiketten en selecteert
u het juiste formaat in de softwaretoepassing. Zie het deel
Software voor meer informatie.
Afdrukken op voorbedrukt papier
• Voorbedrukt papier is papier dat al een bepaalde opdruk heeft
voordat het door de printer wordt gestuurd (bijvoorbeeld
papier met een voorbedrukt logo bovenaan op de pagina).
• Papier met briefhoofd moet bedrukt zijn met hittebestendige
inkt die niet smelt, verdampt of gevaarlijke stoffen vrijgeeft
als hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de
fixeertemperatuur van de printer (180 °C).
• Inkt op papier met briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn
en mag printerrollen niet beschadigen.
• Formulieren en papier met briefhoofd moeten worden
bewaard in een vochtbestendige verpakking om
veranderingen tijdens de opslagperiode te vermijden.
• Voordat u voorbedrukt papier plaatst, zoals formulieren of
papier met briefhoofd, moet u controleren of de inkt op het
papier droog is. Tijdens het fixeerproces kan vochtige inkt
afgeven op het voorbedrukte papier, wat de afdrukkwaliteit
verlaagt.
Afdrukken op voorbedrukt papier:
1
2
3
4.5
Gebruik van afdrukmedia
Open de multifunctionele lade en schuif de papiersteun uit.
Plaats papier met briefhoofd in geen enkele andere lade
dan de multifunctionele lade en plaats het met de te
bedrukken zijde onder, waarbij de korte bovenkant
eerst in de printer gaat. Schuif de geleider tot tegen de
rand van de papierstapel.
Wanneer u afdrukt, stelt u de invoerlade in op MPT, stelt
u het type papier in op Voorbedrukt en selecteert u het
juiste papierformaat in de softwaretoepassing. Zie het deel
Software voor meer informatie.