13
Herhaal stap 12 om het adres volledig in te voeren van
de eerste tot de vierde byte.
14
Als u andere parameters wilt selecteren, zoals het
subnetmasker of de gateway, drukt u op
Druk op de toets Enter (
15
Herhaal stap 12 tot en met 13 om de overige
TCP/IP-parameters te configureren.
16
Druk op de toets On Line/Continue (
te keren naar de modus Gereed.
Dynamische adressering (BOOTP/DHCP)
Als u wilt dat het TCP/IP-adres automatisch door de server
wordt toegewezen, gaat u als volgt te werk:
1
Druk in de modus Gereed op de toets Menu (
op de onderste regel van het display 'Netwerk' verschijnt.
Druk op de toets Enter (
2
Druk op de toets Enter (
regel 'Netwerk conf.' verschijnt.
3
Druk op
of
tot 'Ja' verschijnt en druk daarna op
de toets Enter (
).
4
Druk op de toets Upper Level (
op de bladertoets (
).
5
Druk op de toets Enter (
verschijnt.
6
Druk op
of
tot 'Ja' verschijnt, en druk daarna op
de toets Enter (
).
7
Druk op de toets Upper Level (
op de bladertoets (
).
8
Druk op de toets Enter (
verschijnt.
9
Druk op
of
tot 'DHCP' verschijnt en druk daarna
op de toets Enter (
).
10
Als u het adres wilt laten toewijzen door de BOOTP-server,
drukt u op de toets Enter (
verschijnt.
11
Druk op de toets On Line/Continue (
te keren naar de modus Gereed.
of
.
).
) om terug
) tot
) om het menu te openen.
) wanneer op de onderste
) en druk vervolgens
) wanneer 'TCP config.'
) en druk vervolgens
) wanneer 'IP-ophaalmeth.'
) wanneer 'BOOTP'
) om terug
8.3
Uw printer gebruiken in een netwerk (alleen voor de CLP-600N)
IPX-frametypen configureren
Op IPX/SPX-protocolnetwerken (bijv. Novell NetWare) moet
de opmaak van de netwerkcommunicatieframes worden
gespecificeerd voor de printer. In de meeste gevallen kunt u
de standaardinstelling 'Automatisch' behouden. Indien nodig
kunt u de frametype-opmaak echter handmatig instellen.
• Automatisch (standaardinstelling): Detecteert het
frametype automatisch en beperkt het tot het eerst
gedetecteerde frametype.
• EN_8022: Beperkt het frametype tot IPX over IEEE 802.2
met IEEE 802.3-frames. Alle andere worden genegeerd.
• EN_8023: Beperkt het frametype tot IPX over
IEEE 802.3-frames. Alle andere worden genegeerd.
• EN_II: Beperkt het frametype tot IPX over Ethernet-frames.
Alle andere worden genegeerd.
• EN_SNAP: Beperkt het frametype tot IPX over SNAP met
IEEE 802.3-frames. Alle andere worden genegeerd.
Merk op dat het IPX/SPX-protocol moet worden ingeschakeld in
het menu Netware voordat u frametypen kunt configureren.
Zie 'Netwerkprotocollen instellen' op pagina 8.2.
Volg de onderstaande stappen om de frametype-opmaak
te wijzigen:
1
Druk in de modus Gereed op de toets Menu (
op de onderste regel van het display 'Netwerk' verschijnt.
Druk op de toets Enter (
2
Druk op de toets Enter (
regel 'Netwerk conf.' verschijnt.
3
Druk op
of
tot op de onderste regel 'Ja' verschijnt.
Druk op de toets Enter (
4
Druk op de toets Upper Level (
5
Druk op
of
tot op de onderste regel 'Netware'
verschijnt. Druk op de toets Enter (
6
Druk op
of
tot op de onderste regel 'Uit' verschijnt.
Druk op de toets Enter (
7
Druk op de toets Upper Level (
op de bladertoets (
).
8
Druk op de toets Enter (
verschijnt.
9
Druk op
of
tot op de onderste regel 'Ja' verschijnt.
Druk op de toets Enter (
10
Druk op de toets Upper Level (
op de bladertoets (
).
11
Druk op de toets Enter (
verschijnt.
) tot
) om het menu te openen.
) wanneer op de onderste
).
).
).
).
) en druk vervolgens
) wanneer 'Netware conf.'
).
) en druk vervolgens
) wanneer 'IPX-frametype'