FV-vergrendeling
Deze functie wordt gebruikt om de flitsoutput te vergrendelen voor optionele CLS -compatibele
flitsers, zodat u meerdere foto's kunt maken of de compositie van opnamen opnieuw kunt bepalen
zonder het flitsniveau te wijzigen. Je onderwerp hoeft zich niet in het midden van het beeld te
bevinden, waardoor je meer vrijheid hebt bij het samenstellen van opnamen.
De flitsoutput wordt automatisch aangepast voor eventuele wijzigingen in de ISO-gevoeligheid en
het diafragma.
1
Toewijzen [ FV-vergrendeling ] naar een bediening
met persoonlijke instelling f2 [ Aangepaste bediening
(opname) ].
2
Monteer een flitser die FV-vergrendeling ondersteunt op de accessoireschoen van de
camera.
3
Zet de flitser aan en kies een flitssturingsstand TTL of monitorvoorflits q A of A .
Als u een SB-5000 , SB-500 , SB-400 of SB-300 gebruikt die op de accessoireschoen van de
camera is bevestigd, kiest u [ TTL ] of [ Autom. externe flitser ] voor [ Flitsregeling ] >
[ Flitsregelingsmodus ].
Zie voor informatie over andere flitsers de documentatie die bij de flitser is geleverd.
4
Focus.
Plaats het onderwerp in het midden van het beeld en druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen.
423
FV-vergrendeling