Keuze
[ Breedveld-AF (C1) ]
8
[ Breedveld-AF (C2) ]
9
[ 3D-tracking ]
u
[ AF met meevolgende AF ]
n
Kies de afmetingen (gemeten in scherpstelpunten) van de
scherpstelgebieden die voor het geselecteerde AF-gebied
worden gebruikt.
Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt als de grootte en
vorm van het gebied dat voor de focus wordt gebruikt,
vooraf met een redelijke mate van nauwkeurigheid kan
worden bepaald.
Als u [ Breedveld-AF (C1) ] of [ Breedveld-AF (C2) ]
selecteert, wordt u gevraagd om de grootte van het AF-
gebied te kiezen. Gebruik 1 en 3 om de hoogte te kiezen
en 4 en 2 om de breedte te kiezen.
Het foto-opnamemenu biedt een keuze uit 20 opties
variërend van [ 1×1 ] tot [ 19×11 ] en het video-
opnamemenu een keuze uit 12 opties variërend van [ 1×1 ]
tot [ 13×7 ].
De camera volgt de focus op een geselecteerd onderwerp.
Plaats het scherpstelpunt boven uw onderwerp en begin
met volgen door op AF-ON te drukken of door de
ontspanknop half in te drukken; de scherpstelling volgt dan
het geselecteerde onderwerp terwijl het door het kader
beweegt. Laat de knop los om het volgen te beëindigen en
het eerder geselecteerde scherpstelpunt te herstellen.
Als het onderwerp het kader verlaat, haalt u uw vinger van
de ontspanknop en stelt u de foto opnieuw samen met het
onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt.
Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de fotomodus
is geselecteerd en [ Continu AF ] is gekozen als
scherpstelmodus.
Volg de focus op een geselecteerd onderwerp.
Plaats het dradenkruis boven het doel en begin met
volgen door de ontspanknop half in te drukken of door
op J of AF-ON te drukken; het scherpstelpunt volgt
het geselecteerde onderwerp terwijl het door het kader
beweegt. Druk op J om het volgen te beëindigen en het
middelste scherpstelpunt te selecteren.
Deze optie is alleen beschikbaar in de videomodus.
116
Beschrijving
Focus