AF-fijnafstellingsopties
Afstellen focus voor de huidige lens.
Gebruik alleen indien nodig.
We raden u aan fijnafstelling uit te voeren op een scherpstelafstand die u vaak gebruikt. Als u
bijvoorbeeld scherpstelafstemming uitvoert op een korte scherpstelafstand, vindt u dit mogelijk
minder effectief op langere afstanden.
Keuze
[ AF-fijnafstelling ]
[ Fijnafstelling en lens opslaan ]
[ Standaard ]
Selecteer [ ON ] om fijnafstemming in te schakelen.
Fijnafstelling van de scherpstelling voor de huidige lens. Druk
op 1 of 3 om items te markeren en druk op 4 of 2 om te
kiezen uit waarden tussen +20 en −20.
Hoe groter de fijnafstellingswaarde, hoe verder het
brandpunt van de lens verwijderd is; hoe kleiner de waarde,
hoe dichterbij het brandpunt.
Het display toont de huidige en vorige waarden.
De camera kan waarden voor maximaal 40 lenstypes
opslaan.
Als er al een waarde bestaat voor de huidige lens, kunt
u kiezen of u een nieuwe waarde wilt toevoegen of de
bestaande waarde wilt overschrijven.
Kies de fijnafstellingswaarden voor lenzen waarvoor nog geen
waarden zijn opgeslagen met behulp van [ Fijnafstelling en
lens opslaan ]. Druk op 4 of 2 om te kiezen uit waarden
tussen +20 en −20.
762
G knop U B setup-menu
Beschrijving
AF-fijnafstellingsopties