N38275
De rotor van de ruwwaterpomp controleren
1.
Controleer of de buitenboordkraan is dichtgedraaid.
2.
Draai de zes stelschroeven los waarmee de eindplaat van de ruwwaterpomp is vastgezet en verwijder
de plaat. Als de eindplaat van de ruwwaterpomp is verwijderd, zal er water uit de pomp stromen.
3.
Verwijder de rubberen einddop (H1) en trek de rotor van de as.
4.
Reinig de contactvlakken van het pomphuis en de eindplaat.
5.
Controleer de rubberen rotor op bovenmatige slijtage of beschadiging en vervang deze als dit nodig is.
Als er stukjes zijn afgebroken van de rotorbladen, moet u deze verwijderen uit het systeem om latere schade
te voorkomen. Dit gaat als volgt:
6.
Verwijder de uitlaatslang van de ruwwaterpomp. Verwijder de einddop van de oliekoeler voor de
keerkoppeling.
7.
Verwijder rommel en controleer of er geen afgebroken stukjes van de rotorbladen in de open uiteinden
van de buizen in de oliekoeler zitten.
8.
Monteer de uitlaatslang op de ruwwaterpomp en de einddop op de oliekoeler voor de keerkoppeling en
zet de slangklemmen vast.
9.
Smeer Spheerol SX2 vet of vloeibare zeep op de rotorbladen en monteer de rotor in het huis met de
bladen naar links gebogen (H). Monteer de rubberen einddop.
10. Smeer POWERPART (pijpafdichtingsmiddel), onderdeelnr. 1861117 op een nieuwe verbinding en
monteer deze op het pomphuis. Zorg ervoor dat het brede stuk van de verbinding op de excentriekplaat in
het pomphuis zit. Monteer de eindplaat en draai de schroeven van de eindplaat vast.
11. Open de buitenboordkraan.
Hoofdstuk 4
25