De mechanische werking van de helix testen met de klem
Zie voor informatie over het gebruik van de klem De tip vastzetten met de klem (pagina 10).
Gebruik van het venehaakje
Het venehaakje is een hulpmiddel voor voorbijgaand contact dat is bestemd voor het vergemakkelijken van
het inbrengen van de elektrode in een goed blootgelegde ader. Steek de punt van het venehaakje in de incisie
in de ader en breng deze voorzichtig iets omhoog terwijl u de elektrode eronder in de ader brengt.
Figuur 5. Venehaakje
Gebruik van de elektrode-introducer
▪
▪
Zorg ervoor dat de elektrode niet zodanig wordt geplaatst dat deze scherp is gebogen of onder druk
kan komen.
▪
▪
Pak de elektrode niet vast met chirurgische instrumenten.
▪
▪
Laat een elektrode niet los in een patiënt achter, tenzij de elektrode is afgesloten met een dop. Zorg
ervoor dat de dop correct is geplaatst om erosie te voorkomen.
WAARSCHUWING: Oefen bij het inbrengen van het stilet en de introducer in de patiënt geen
overmatige kracht uit, aangezien overmatige kracht kan leiden tot hartperforatie.
LET OP: Zorg ervoor dat de elektrode-isolatie niet wordt doorboord door het venehaakje. Als dat
gebeurt, kan de elektrode mogelijk niet goed werken.
LET OP: Zorg er als u gebruikmaakt van een percutane elektrode-introducer met hemostaseklep voor
dat de klep een goede doorgang voor de elektrode biedt zonder dat de elektrodebehuizing wordt
beschadigd.
De elektrode positioneren
Verzeker u er vóór implantatie van dat de helix helemaal is teruggeschroefd. Hierdoor wordt voorkomen dat
de elektrode tijdens het inbrengen in de ader blijft haken.
OPMERKING: Indien de schroef door bloed wordt verstopt, kunnen voor herpositionering meer rotaties
noodzakelijk zijn om de schroef verder uit te draaien. Herhaalde pogingen tot herpositionering kunnen het
schroefmechanisme beschadigen.
Plaatsing van elektrode in atrium
1.
1. Breng de elektrode met behulp van een recht stilet (groene of lichtgroene knop) in het atrium, zodat de
elektrodetip van de elektrode in het midden van het rechteratrium wordt geplaatst.
2.
2. Vervang het rechte stilet door een J-vormig stilet (groene knop) of trek het huidige stilet terug, buig het in
een flauwe J-vorm en breng het gebogen stilet weer in de elektrode.
3. Breng de elektrode verder in naarmate het stilet dichter bij de elektrodetip komt om ervoor te zorgen dat
3.
de tip in het rechteratrium blijft als de elektrode de "J"-vorm aanneemt.
4. Trek de elektrode indien nodig iets terug om ervoor te zorgen dat deze in het rechterhartoor glijdt.
4.
Observeer de fluoroscopiemonitor om er zeker van te zijn dat de "J" rechttrekt.
9