Hoofdstuk 5 - Opslag
4.
Verricht alle controles in de kolom Vóór het starten in het Bedieningsschema.
Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade
op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
5.
Start de motor en kijk aandachtig naar de instrumenten om te controleren of alle systemen naar behoren werken.
6.
Controleer de motor zorgvuldig op lekkage van brandstof, olie, vloeistof, water en uitlaatgassen.
7.
Controleer of de bediening van het stuur-, schakel- en gassysteem naar behoren werkt.
Bladzijde 48
KENNISGEVING
90-8M0115883
DECEMBER 2015
nld