Hoofdstuk 4 - Onderhoud
Zeewaterinlaatopeningen controleren
Controleer of de inlaatopeningen voor de zeewaterinlaat schoon en niet geblokkeerd zijn.
Karakteristieke zeewaterinlaat door de romp
a -
waterinlaatopeningen
Wierpot reinigen, indien aanwezig
Sluit de zeewaterkraan (indien aanwezig) als u de wierpot reinigt. Als de boot geen zeewaterkraan heeft, verwijdert u de
zeewaterinlaatslang en sluit u hem af om sifonwerking te voorkomen, waardoor het zeewater uit de aftapgaten of
losgehaalde slangen zou kunnen stromen.
1.
Terwijl de motor uit is, sluit u de zeewaterkraan (indien aanwezig) of haalt u de zeewaterinlaatslang los en stopt u deze
dicht.
2.
Verwijder schroeven, ringen en deksel.
3.
Verwijder de wierpot, aftapplug en afdichtring.
4.
Verwijder alle vuil van de wierpotbehuizing. Spoel zowel de wierpot als de behuizing met schoon water.
5.
Controleer de pakking van het deksel en vervang deze als hij beschadigd is of lekt.
6.
Installeer de wierpot, aftapplug en afdichtring weer op hun plaats.
Als er zeewater uit de wierpot lekt, kan dit leiden tot teveel water in het motorruim. Te veel water in het motorruim kan
motorschade veroorzaken of de boot doen zinken. Draai de schroeven van het deksel niet te vast aan, anders raakt het
deksel vervormd en lekt er zeewater in de motorruimte.
7.
Installeer de afdichting en het deksel weer met de schroeven en sluitringen. Draai de dekselschroeven niet te vast aan.
b
f
c
8.
Open de zeewaterkraan (indien aanwezig) of verwijder de plug en sluit de zeewaterinlaatslang weer aan.
Bladzijde 40
a
OPGELET
!
OPGELET
!
a
a -
schroeven en sluitringen
b -
deksel, met glas
c -
wierpot
d -
huis
e -
aftapplug en afdichtring
f -
afdichting
d
e
12863
a
16776
Karakteristieke zeewaterinlaat door de spiegel
90-8M0115883
DECEMBER 2015
nld