Het raken van een drijvend obstakel of of een voorwerp onder water kan tot talloze verschillende scenario's leiden.
Sommige van deze situaties kunnen in het volgende resulteren:
•
De boot kan plotseling in een andere richting gaan varen. Bij zo'n scherpe richtingverandering of bocht kunnen de
opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden geslingerd.
•
De snelheid kan plotseling afnemen. Hierdoor worden opvarenden naar voren of misschien zelfs uit de boot
geslingerd.
•
Schade aan de aandrijfcomponenten onder water, het roer of de boot als gevolg van een botsing.
Vergeet nooit dat het beperken van de vaarsnelheid het belangrijkste is wat u in deze situaties kunt doen om letsel of
schade te voorkomen. Houd de vaarsnelheid op de minimale planeersnelheid wanneer u vaart op plaatsen met obstakels
onder water.
Nadat een voorwerp onder water is geraakt, zet u de motor zo spoedig mogelijk af en inspecteert u het aandrijfsysteem op
gebroken of loszittende onderdelen. Als u schade ziet of vermoedt, moet de motorinstallatie voor een grondige inspectie en
de noodzakelijke reparaties naar een erkende dealer worden gebracht.
De boot moet ook op breuken in het onderwaterschip en de spiegel en op waterlekkage worden gecontroleerd.
Varen met schade aan aandrijfcomponenten onder water, het roer of de bootbodem kan tot verdere schade aan andere
onderdelen van de motorinstallatie leiden of de besturing van de boot beïnvloeden. Als u genoodzaakt bent om verder te
varen, vaar dan veel langzamer.
Voorkom ernstig of dodelijk letsel door verlies van de controle over de boot vanwege het plotseling uitvallen van
onderdelen. Vaar niet als de boot door een botsing beschadigd is. Laat de motorinstallatie inspecteren en zo nodig
repareren.
Omstandigheden met effect op besturing
Verdeling van het gewicht (passagiers en uitrusting) in de boot
Naar achteren (richting achtersteven) verplaatsen van het gewicht:
•
verhoogt doorgaans de vaarsnelheid en het motortoerental
•
leidt tot stuiteren van de boeg bij sterkere golfslag;
•
vergroot het gevaar van in de boot spattende golven bij het uit planee komen;
•
kan in overmatige gevallen stampen van de boot veroorzaken.
Naar voren (richting de boeg) verplaatsen van het gewicht:
•
vergemakkelijkt het planeren;
•
verbetert het varen bij sterke golfslag;
•
kan in overmatige gevallen de boot heen en weer doen slingeren.
De bodem van de boot
Om de maximale vaarsnelheid te kunnen behouden, dient de bodem van de boot:
•
schoon en vrij van zeepokken en aangroei te zijn;
•
niet vervormd te zijn, dus vrijwel perfect vlak waar hij het water raakt;
•
zowel voor als achter recht en glad te zijn.
Er kunnen zich wier en algen verzamelen wanneer de boot afgemeerd is. U moet deze aangroei verwijderen alvorens te
gaan varen aangezien deze waterinlaatopeningen kan verstoppen waardoor de motor oververhit raakt.
Hoogte boven zeeniveau en klimaat
Veranderingen in hoogte boven zeeniveau en klimaat zijn van invloed op de prestaties van de motorinstallatie. Afname van
prestaties kan veroorzaakt worden door:
•
grotere hoogte boven zeeniveau
•
hogere temperatuur
•
lage atmosferische druk
•
Hoge vochtigheidsgraad
Om de beste motorprestaties onder wisselende weersomstandigheden te verkrijgen moet de motor een schroef hebben
waarmee de motor met een normale lading in de boot tijdens normale weersomstandigheden bij of nabij het opgegeven
maximale toerentalbereik kan draaien.
In de meeste gevallen kan het aanbevolen toerental verkregen worden door op een schroef met lagere spoed over te
stappen.
90-8M0115883
DECEMBER 2015
nld
WAARSCHUWING
!
Hoofdstuk 2 - Op het water
Bladzijde 19