4
Afdrukken
Informatie over het afdrukken vanaf uw computer of mobiele apparaat.
U kunt afdrukken en uw printer beheren vanaf al uw apparaten door HP software op elk apparaat te installeren.
Afdrukken via een computer met Windows
Volg deze stappen:
1.
Zorg ervoor dat u HP software hebt geïnstalleerd.
2.
Open het document dat u wilt afdrukken.
3.
Klik in uw softwaretoepassing in het menu Bestand op Afdrukken.
4.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Instellingen of
Voorkeuren.
5.
Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
6.
Wijzig de afdrukinstellingen en klik op OK.
7.
Klik op Afdrukken of de knop OK om af te drukken.
Afdrukken vanaf een Mac-computer
Gebruik de opdracht Afdrukken vanuit elk geopend bestand.
1.
Voer de volgende stappen uit als u voor de eerste keer afdrukt.
a.
Open Systeemvoorkeuren en selecteer Printers en scanners.
b.
Klik op de knop/het pictogram Toevoegen
2.
Open het document dat u wilt afdrukken en gebruik de opdracht Afdrukken.
Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd in de lijst met beschikbare printers.
3.
Pas de afdrukinstellingen zo nodig aan.
4.
Klik op Afdrukken om af te drukken.
20
Hoofdstuk 4 Afdrukken
, selecteer de printer in de lijst en klik op Toevoegen.