AUTOFOCUS-MODI
De volgende AF-modi zijn beschikbaar:
De actieve AF-modus wordt in de kopregel weergegeven.
Fabrieksinstelling:
Intelligent AF
▸
In het hoofdmenu,
Focusing
▸
kiezen
Focus Mode
▸
Gewenste instelling kiezen
(
,
,
)
Intelligent AF
AFs
AFc
INTELLIGENT AF
Geschikt voor alle onderwerpen. De camera kiest automatisch tus-
sen AFs en AFc.
AFs (single)
Geschikt als de afstandsinstelling een vrij lange tijd constant moet
worden gehouden. Maakt grotere controle over het scherpstellen
mogelijk, en helpt om verkeerde scherpstelling te vermijden.
AFc (continuous)
Geschikt voor bewegende onderwerpen. De afstandsinstelling wordt
continu aangepast aan het onderwerp in het AF-meetveld.
Maakt met name in combinatie met Touch-AF een intuïtieve regeling
van het scherpstellen mogelijk.
,
en
AFs
AFc
Intelligent AF
kiezen
AUTOFOCUS REGELEN
.
TOUCH-AF
Bij video-opnamen maakt Touch-AF een intuïtieve controle over het
scherpstellen mogelijk, ook als het belangrijkste onderwerp buiten
het beeldmidden beweegt. Meer aanwijzingen vindt u op pagina
174.
▸
Op de monitor direct de gewenste plaats aantikken
• Na het loslaten vindt het scherpstellen plaats.
CONTINU SCHERPSTELLEN
Bij gebruik van
en
AFc
iAF
veld scherpgesteld. Dit gebeurt automatisch, ook zonder dat de
ontspanner ingedrukt wordt gehouden. Dit soort scherpstelling
verloopt duidelijk rustiger dan de met de ontspanner opgeroepen
scherpstelling, om sprongen te vermijden. Desgewenst kunt u echter
via ontspanner of Touch AF een snellere scherpstelling forceren.
FILMEN ▸ AFSTANDSINSTELLING (SCHERPSTELLEN)
wordt continu het gebied in het AF-meet-
185