Aanwijzingen
• Als een belichtingsreeks is ingesteld, wordt dit in de monitor aan-
geduid met
. Tijdens de opnamen kunt u de werking contro-
leren aan de hand van het navenant donker of lichter wordende
monitorbeeld.
• De stappen worden, afhankelijk van de belichtingsmodus, gereali-
seerd door veranderingen van sluitertijd en / of diafragma:
– Sluitertijd (A/M)
– Diafragma (S)
– Sluitertijd en diafragma (P)
• De volgorde van de opnamen: onderbelichting / correcte belich-
ting / overbelichting.
• Afhankelijk van de beschikbare sluitertijd/diafragma-combinatie
kan het werkgebied van de automatische belichtingsreeks beperkt
zijn.
• Bij automatische regeling van de ISO-gevoeligheid zal de gevoelig-
heid die door de camera automatisch voor de niet-gecorrigeerde
opname is bepaald, ook voor alle andere opnamen van een serie
worden toegepast; dat wil zeggen dat deze ISO-waarde tijdens
een serie niet wordt veranderd. Dit kan er mogelijk toe leiden dat
de langste onder
Shutter Speed Limit
schreden wordt.
• Afhankelijk van de uitgangs-sluitertijd kan het werkgebied van de
automatische belichtingsserie beperkt zijn. Onafhankelijk daarvan
wordt altijd het ingestelde aantal opnamen gemaakt. En kunnen
er daarom meerdere opnamen van een reeks op dezelfde wijze
belicht zijn.
• De functie blijft actief tot een andere functie wordt gekozen in
het submenu
. Als een andere functie wordt gekozen,
Drive Mode
vindt bij elke bediening van de ontspanner een volgende belich-
tingsserie plaats.
124
FOTOGRAFEREN ▸ OPNAMEMODUS
ingestelde sluitertijd over-
ZELFONTSPANNER
Met behulp van de zelfontspanner kunt u opnamen met een vooraf
geselecteerde opname maken. In zulke gevallen is het raadzaam de
camera op een statief te bevestigen.
▸
In het hoofdmenu,
Self-timer
▸
/
Self-timer 2 s
Self-timer 12 s
▸
De opname maken
• Op de monitor telt de resterende tijd tot aan het ontspannen af.
Aan de voorkant van de camera geeft de knipperende zelfont-
spanner-LED het verstrijken van de wachttijd aan. De eerste
10 s knippert hij langzaam, de laatste 2 s snel.
• Tijdens de zelfontspanner-wachttijd kunt u de opname altijd
afbreken door de ontspanner aan te tikken. De betreffende
instelling blijft daarbij behouden.
Aanwijzingen
• Nu vindt de belichtingsmeting en bij de autofocus-modus de
scherpstelling plaats. Pas dan begint de wachttijd.
• De zelfontspanner-functie kunt u uitsluitend gebruiken voor
'Single'-opnamen en belichtingsreeksen.
• De functie blijft actief tot een andere functie wordt gekozen in het
submenu
.
Self-timer
kiezen
kiezen