GEDEELTELIJK GESLOTEN
STAND
GEZIEN VANAF DE ZIJDE VAN DE
KEUZESCHAKELAAR VAN DE AFSLUITER
Figuur 16 Verkeerde afstelling van
de brandstofafsluiter
3. Maak de carburateur leeg en verzegel de benzinetank.
3.1. Plaats de vooruit-/achteruithendel in N (VRIJLOOP) en de vrijloop-vergrendelingsnok in de ONDER-
HOUDSPOSITIE. Draai de brandstofafsluiter in de gesloten stand (OFF) en laat de motor draaien tot
de in de carburateur en brandstofleidingen achtergebleven benzine verbruikt is en de motor stilvalt.
Plaats de vrijloop-vergrendelingsnok in de GEBRUIKSPOSITIE.
3.2. Draai de carburateur-aftapschroef open (verwijder deze niet) en laat de resterende benzine uit de car-
burateurkom in een blik lopen. Giet deze vervolgens uit het blik in de brandstoftank van het voertuig.
Draai de carburateur-aftapschroef dicht.
3.3. Koppel de ontluchtingsslang los van de nippel van de uitlaat van de brandstoftank.
3.4. Sluit de uitlaat van de brandstoftank luchtdicht af. Club Car beveelt een vinyl dop aan die u over de uit-
laat schuift.
4. Om de motor te beschermen, verwijdert u de bougie en giet u via het bougiegat 14,8 mL SAE 10 olie in de
motor. Draai de krukas enkele slagen en breng de bougie weer aan.
5. Verhoog de bandenspanning tot de opgegeven waarde. Zie Capaciteit Banden, pagina 25.
6. Smeer de voorophanging en voer een volledige halfjaarlijkse smeerbeurt uit. Zie Periodiek smeerschema,
pagina 24.
7. Maak de voor- en achterzijde van de carrosserie grondig schoon, net als de zittingen, het vrachtplatform
(alleen Trans-Porter), het motorvak en de onderzijde van het voertuig.
8. Schakel de parkeerrem niet in. Blokkeer de wielen om te voorkomen dat het voertuig wegrolt.
HET VOERTUIG NA OPSLAG WEER IN GEBRUIK NEMEN
1. Maak het brandstofsysteem gebruiksklaar.
1.1. Verwijder de dop van de uitstroom van de benzinetank. Sluit de ontluchtingsslang aan. Open de brand-
stofafsluiter. (Figuur 15, pagina 20). Zorg ervoor dat de afsluiter volledig open is. Een gedeeltelijk
gesloten brandstofafsluiter (Figuur 16, pagina 21) en het gebruik van de choke kunnen een vuile bou-
gie en motorstoring veroorzaken.
1.2. Plaats de vooruit-/achteruithendel in N (VRIJLOOP) en de vrijloop-vergrendelingsnok in de ONDER-
HOUDSPOSITIE. Slinger de motor aan tot brandstof in de carburator en de brandstofleidingen wordt
gepompt en de motor start. Schakel de motor uit en plaats de vrijloop-vergrendelingsnok in de
GEBRUIKSPOSITIE.
2. Stel de bandenspanning weer in op de normale waarde. Zie Capaciteit Banden, pagina 25.
3. Voer de controles vóór het eerste gebruik uit. Zie pagina 10. Zie volgende OPMERKING.
Handleiding voor de eigenaar van een 2000 benzinetransportvoertuig 21
Opslag