Inhoudsopgave
Advertenties
OPMERKING
• KEY-START-VOERTUIG: DE MOTOR ZAL STILVALLEN ALS HET SNELHEIDSPEDAAL INGEDRUKT
WORDT TERWIJL DE VOORUIT-/ACHTERUITHENDEL IN N (VRIJLOOP) STAAT.
• WANNEER HET VOERTUIG IN ACHTERUIT GESCHAKELD IS, GEEFT/GEVEN (EEN) ZOEMER(S)
EEN WAARSCHUWINGSSIGNAAL.
Figuur 5 Vooruit-/achteruithendel
Figuur 7 Rempedaal
SNELHEIDSPEDAAL
Het snelheidspedaal is het pedaal rechts, gemerkt met het woord GO. (Figuur 6, pagina 13). Het versnellingspe-
daal werkt anders dan het gaspedaal van een auto.
• Pedal-start-voertuig: Met het contactslot in de ON (aan)-stand en de vooruit-/achteruithendel in VOORUIT
of ACHTERUIT, schakelt u door het indrukken van het snelheidspedaal automatisch de parkeerrem uit en
rijdt het voertuig in de gekozen richting (VOORUIT of ACHTERUIT). Als u het snelheidspedaal blijft indruk-
ken, zal het voertuig sneller rijden tot het de maximumsnelheid bereikt. Bij het loslaten van het snelheidspe-
daal krijgt de motor geen energie meer en stopt hij met draaien.
• Key-start-voertuig: De motor moet eerst draaien alvorens de VOORUIT-/ACHTERUITHENDEL kan worden
verplaatst en het snelheidspedaal mag worden ingedrukt. Als u het snelheidspedaal blijft indrukken, zal het
voertuig sneller rijden tot het de maximumsnelheid bereikt. Bij het loslaten van het snelheidspedaal keert hij
terug naar zijn oorspronkelijke stand en draait de motor opnieuw stationair.
Figuur 6 Snelheidspedaal en rempedaal
Handleiding voor de eigenaar van een 2000 benzinetransportvoertuig 13
Figuur 8 Pedaal parkeerrem
Bedieningen
Advertenties
Inhoudsopgave
