Triggeren en cyclen
Alleen in de modi S, ST en iVAPS
De gevoeligheid voor trigger/cycle van het apparaat kan worden afgesteld ter optimalisatie van het
detectieniveau afhankelijk van de patiëntomstandigheden.
Onder normale omstandigheden zal het apparaat triggeren (IPAP inzetten) en cyclen (IPAP beëindigen
en overgaan op EPAP) wanneer het de verandering in de patiëntflow waarneemt. De detectie van de
patiëntademhaling is verbeterd door het automatische lekkagebeheer VSync van ResMed.
NB: In PAC-modus is alleen Triggeren beschikbaar.
Nederlands
13