• Om de snelheid met kleine stappen te verlagen, drukt u
kort omlaag naar SET- en laat u de knop vervolgens los.
Elke keer wordt de snelheid met ongeveer 1,0 km/h verlaagd.
De verlagingen van de ingestelde snelheid worden op het
combi-instrument weergegeven.
Cruisecontrol beëindigen
Er zijn drie manieren om de cruisecontrol uit te schakelen:
• Druk het rempedaal iets in; het "controlelampje cruisecontrol"
op het combi-instrument verandert van wit naar groen zodra
de cruisecontrol is uitgeschakeld.
• Druk op
.
• Druk op
om het cruisecontrolsysteem helemaal uit te
schakelen. De kruissnelheid wordt niet hervat.
Het snelheidsgeheugen wissen
De ingestelde kruissnelheid wordt uit het geheugen gewist
wanneer u
indrukt of de contactschakelaar uitzet.
58
Starten en rijden
Parkeerhulpsysteem
Opmerking:
uw voertuig is uitgerust hangt af van de daadwerkelijke
configuratie van het door u gekochte voertuig.
Parkeersensor
Twee parkeersensoren op de achterbumper detecteren
obstakels achter de auto. Als er een obstakel is gedetecteerd,
berekenen de sensoren de afstand ervan tot de achterkant
van het voertuig en geven ze de bestuurder informatie door
middel van waarschuwingstonen. Het is van groot belang dat
dit systeem alleen als hulpsysteem wordt gebruikt. Het kan niet
zonder uw waarneming en oordeelsvermogen.
Werkingsstatus van het parkeerhulpsysteem:
Als
de
achteruitversnelling
parkeerhulpsysteem 0,5 seconde een korte pieptoon horen
om aan te geven dat de parkeerhulp automatisch is gestart.
Wanneer er een andere versnelling wordt ingeschakeld, stopt
het parkeerhulpsysteem.
Tijdens het achteruitrijden:
Wanneer het voertuig zich op 150 cm van het obstakel aan de
achterzijde bevindt, begint het apparaat een alarmgeluid af te
geven. Naarmate het voertuig het obstakel nadert, wordt het
alarmgeluid scherper.
het
soort
parkeerhulpsysteem
is
ingeschakeld,
waarmee
laat
het