Positie 3 -
: positielichten aan. Wanneer de positieverlichting
wordt ingeschakeld, gaan de volgende lampen aan:
• Positielichten
• Kentekenplaatverlichting
• Verlichting combi-instrument
Positie 4 -
: koplampen aan.
Positie 5 - "OFF" (UIT): mistlampen uit.
Positie 6 -
: mistlampen achter aan. Wanneer de contact-
schakelaar
in
de
stand
bedieningsschakelaar van de verlichting in stand
staat, gaan de mistlampen achter aan door de schakelaar in
stand
te draaien. Wanneer de bedieningsschakelaar van de
verlichting in de stand AUTO is gezet en de schakelaar in
gaan de mistlampen afhankelijk van de omgeving samen met
de koplampen aan of uit. Wanneer de mistlampen achter
worden ingeschakeld, gaat het controlelampje mistlamp achter
(geel) op het combi-instrument branden.
Voordat u gaat rijden
"ON"
(AAN)
staat
en
de
of
Richtingaanwijzers en richtingaanwijzercontrolelampjes
Naar rechts — duw de bedieningshendel omhoog.
Naar links — trek de bedieningshendel omlaag.
,
Het overeenkomstige richtingaanwijzercontrolelampje (groen) op het
combi-instrument gaat tegelijkertijd met de richtingaanwijzers aan.
1
29