ABS (antiblokkeerremsysteem)
Het ABS voorkomt dat de wielen blokkeren wanneer er hard
wordt geremd, zodat u de macht over het stuur kunt behouden.
Daarvoor is geen speciale stuurmanskunst nodig.
Bij normaal remmen (wanneer de banden voldoende grip
hebben en de wielen niet blokkeren), wordt het ABS niet
geactiveerd.
Een integraal onderdeel van dit remsysteem is de elektronische
remverdeling (EBD - Electronic Brake Distribution), een functie
die de remkracht op de achterwielen optimaliseert bij volledige
belasting.
ESP (elektronische stabiliteitscontrole)
ESP-functie
ESP omvat de functies ABS, EBD, TCS, VDC, EBA, RMI en HAS.
Het ESP-controlelampje op het combi-instrument knippert
wanneer ESP actief is. Mogelijk hoort u een geluid of voelt
u het rempedaal trillen. Dit is normaal.
Wanneer de contactschakelaar in de stand "ON" (AAN)
wordt gezet, gaat het controlelampje ESP (geel) aan. Na
enkele seconden gaat het weer uit. In een normale rijsituatie
blijft het ESP-controlelampje uit en is ESP stand-by. Wanneer
het ESP-controlelampje knippert, is ESP actief. Mogelijk hoort
u een geluid of voelt u het rempedaal trillen. Dit is een normaal
verschijnsel. In geval van een storing met de ESP blijft het
54
Starten en rijden
ESP-controlelampje aan. Breng het voertuig in dat geval naar
de onderhoudsdealer voor inspectie.
ESP kan uitgezet worden met de schakelaar ESP OFF (UIT).
Daarna zijn alleen de functies ABS en EBD beschikbaar.
EBD (elektronische remkrachtverdeling)
EBD detecteert automatisch hoeveel grip er is tussen de wielen
en de grond en verdeelt de remkracht optimaal over de 4
wielen om de remefficiëntie en de stabiliteit tijdens het rijden te
verbeteren.
TCS (tractieregelsysteem)
TCS regelt automatisch de aandrijfkracht bij het wegrijden en
accelereren om te voorkomen dat de wielen doorslippen en de
stabiliteit tijdens het rijden te bewaren.
VDC (voertuigdynamicaregeling)
VDC is een geavanceerd computersysteem dat u kan helpen
het voertuig in moeilijke omstandigheden op koers te houden.
Wanneer de computer detecteert dat de werkelijke rijrichting
afwijkt van de verwachte route, kan het VDC-systeem selectief
een of meer van de wielen afremmen om het voertuig in de
opgegeven rijrichting te houden.