11 - STANDAARD ONDERHOUD
Alle onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd
door personeel dat vertrouwd is met de apparatuur, met
inachtneming van alle kwaliteits- en veiligheidseisen. Zie de norm
EN 378-4.
Dankzij eenvoudig preventief onderhoud haalt u het beste uit uw
HVAC-apparaat:
• betere koelingsprestaties
• minder energieverbruik
• voorkomen van onverwachte storingen
• voorkomen van tijdrovende en kostbare werkzaamheden
• bescherming van het milieu
Er zijn vijf onderhoudsniveaus voor HVAC-apparaten, zoals
gedefinieerd door de AFNOR X60-010-norm.
11.1 - Onderhoud niveau 1
Zie onderstaande opmerking.
Eenvoudige procedure kan door de eindgebruiker worden
uitgevoerd:
• Visuele controle op sporen van olie (wijst op een
koudemiddellek)
• Controleer op verwijderde beveiligingsinrichtingen en niet
goed gesloten deuren/kappen
• Controleer de alarmmelding van de unit als de unit niet
werkt (zie melding in de handleiding van de SmartVu
regeling).
• C o n t r o l e e r d e v e r v u i l i n g v a n d e f i l t e r s i n d e
beluchtingsopeningen van de schakelkast.
Controleer visueel op tekenen van schade in het algemeen.
11.2 - Onderhoud niveau 2
Zie de opmerking hiernaast.
Voor dit niveau is specifieke kennis vereist op elektrisch, water- en
mechanisch gebied. Deze kennis kan lokaal beschikbaar zijn:
aanwezigheid van een onderhoudsdienst, industriële locatie,
gespecialiseerde onderaannemer.
In deze gevallen worden de volgende werkzaamheden
aanbevolen.
Voer alle werkzaamheden uit van niveau 1 en dan:
• Controleer minimaal een keer per jaar de aansluiting/
bevestiging van de elektrische aansluitingen (zie tabel met
aandraaimomenten).
• Controleer alle aansluitingen van de regeling/stuurstroom,
en zet deze weer vast indien nodig (zie tabel met
aandraaimomenten).
• Co n t r o l e e r e l ke 6 m a an d en de w er k in g v a n d e
aardlekschakelaars.
• Verwijder stof en reinig het binnenwerk van de schakelkasten,
indien nodig. Controleer de filters (indien aanwezig).
• Controleer de aanwezigheid en de staat van de elektrische
beveiligingsinrichtingen.
• Vervang de zekeringen elke 3 jaar of na 15000 uur
(veroudering).
• Vervang elke vijf jaar de ventilator van de schakelkast.
• Controleer de wateraansluitingen.
• O n t l u c h t h e t w a t e r c i r c u i t ( z i e h o o f d s t u k 7
"Wateraansluitingen").
• Reinig het waterfilter (zie hoofdstuk 7 "Wateraansluitingen").
• Controleer de bedrijfsparameters van de unit en vergelijk
deze met de vorige waarden.
• Houd een onderhoudsregistratie bij van elke HVAC-unit.
Bij al deze werkzaamheden moet men zich stipt aan de
veiligheidsvoorschriften houden: dragen van persoonlijke
beschermingsmiddelen, naleven van alle industrievoorschriften,
naleven van geldende lokale voorschriften en gezond verstand
gebruiken.
28
11.3 - Onderhoud niveau 3 (of hoger)
Zie onderstaande opmerking.
Voor het onderhoud op dit niveau zijn specifieke vaardigheden,
bevoegdheden, gereedschappen en kennis vereist en alleen de
fabrikant, zijn vertegenwoordiger of bevoegde agent mogen deze
werkzaamheden uitvoeren. Bij deze onderhoudswerkzaamheden
gaat het bijvoorbeeld om:
• Het vervangen van een belangrijke component (compressor,
verdamper)
• Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit (hanteren van
koudemiddel)
• Veranderen van in de fabriek ingestelde parameters
(verandering van de toepassing)
• Verwijderen of ontmantelen van de HVAC unit
• Werkzaamheden als gevolg van achterstallig onderhoud
• Werkzaamheden die onder de garantie vallen.
OPMERKING: Wanneer de beschreven werkzaamheden foutief
of niet worden uitgevoerd, dan vervalt de garantie en is de
fabrikant, Carrier France, niet meer aansprakelijk.
11.4 - Vastzetten van de elektrische
verbindingen
11.4.1 - Aandraaimomenten voor de belangrijkste
-
TM
elektrische aansluitingen
Schroef type
Externe aansluiting
Schroefmoer M12 bij fasedekken
Moer op aardaansluiting
Stroomafwaartse voedingaansluitpunten in de schakelkast
Schroef M10 vast bij stroomafwaarts
hoofduitschakeldek (QS10)*
Aardaansluiting M10
Voedingaansluitpunten in de VFD
M10-moer op de fasepin
M10-moer op de aardepin
Compressor faseaansluitklemmen
M12
M16
Compressor aardverbinding
Uitschakelverbindingen van de regeling
Stroomopwaartse en
stroomafwaartse schroeven bij
aansluitingen
LET OP: het vastzetten van de verbindingen bij de
c o m p r e s s o r a a n s l u i t i n g e n
voorzorgsmaatregelen. Zie het onderstaande hoofdstuk.
11.4.2 - Voorzorgen voor het aansluiten van de
voedingsaansluitingen van de compressor
Deze voorzorgen moeten in acht worden genomen bij
werkzaamheden waarvoor het nodig is de elektrische
voedingsaansluitingen van de compressor los te maken.
De moer van aansluiting (6) die de isolator (7) ondersteunt mag
nooit worden losgedraaid, omdat deze de dichtheid van de
aansluiting en de lekdichtheid van de compressor garandeert.
Bij het vastzetten van het faseoog (4) moet het koppel worden
aangebracht tussen de contramoer (5) en de vastzetmoer (3):
hierbij moet een tegenkoppel worden aangebracht op de
contramoer (5). De contramoer (5) mag niet in contact komen met
de vastzetmoer van aansluiting (6).
Aanduiding in
Aandraaimoment,
de unit
N•m
L1/L2/L3
50
PE
81
L1/L2/L3
50
50
GS-
19-40
19-40
1/2/3/4/5/6 op EC-
23
1/2/3/4/5/6 op EC-
30
Gnd op EC-
25
QF
2
v e r e i s t
s p e c i a l e