7. Reinig de luchtkap/tipbeschermer en de
spuittip met een zachte borstel en een geschikt
oplosmiddel.
8. Gebruik zo nodig een tandenstoker of ander
zacht gereedschap om de gaten van de luchtkap
te reinigen. Gebruik geen metalen gereedschap.
332060G
9. Breng het lipje van de spuittip op één lijn met
de groef in de luchtkap. Controleer de staat
van de tippakking (27a) en vervang die als ze
beschadigd is. Installeer de tip.
10. Installeer de luchtkap en de klemring. Draai de
luchtkap in de juiste stand, en draai de klemring
goed vast.
Onderhoud
31