Geen Naam
Geen Naam
15.
15.
Werkverlichting,
Werkverlichting,
schakelaar
schakelaar
16.
16.
Waarschuwingslichten,
Waarschuwingslichten,
schakelaar
schakelaar
(optioneel)
(optioneel)
17.
17.
Roterend
Roterend
waarschuwingslicht,
waarschuwingslicht,
schakelaar
schakelaar
18.
18.
Richtingaanwijzers,
Richtingaanwijzers,
schakelaar
schakelaar
(optioneel)
(optioneel)
19.
19.
Claxon, schakelaar
Claxon, schakelaar
20.
20.
Trilling, schakelaar
Trilling, schakelaar
handmatig/automatisch
handmatig/automatisch
21.
21.
Trillingsschakelaar
Trillingsschakelaar
22.
22.
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
23.
23.
Waarschuwingslampje,
Waarschuwingslampje,
laag brandstofpeil
laag brandstofpeil
24.
24.
Waarschuwingslampje,
Waarschuwingslampje,
oliedruk
oliedruk
25.
25.
Waarschuwingslampje,
Waarschuwingslampje,
parkeerrem
parkeerrem
26.
26.
Brandstofniveau
Brandstofniveau
30
Symbool
Symbool
Functie
Functie
Wanneer deze schakelaar is ingedrukt, is de werkverlichting aan.
Wanneer deze schakelaar is ingedrukt, is de werkverlichting aan.
Wanneer deze schakelaar is ingedrukt, zijn de
Wanneer deze schakelaar is ingedrukt, zijn de
waarschuwingslichten aan
waarschuwingslichten aan
Wanneer deze schakelaar is ingedrukt, is het roterend
Wanneer deze schakelaar is ingedrukt, is het roterend
waarschuwingslicht aan.
waarschuwingslicht aan.
Wanneer deze schakelaar naar links is gedrukt, zijn de
Wanneer deze schakelaar naar links is gedrukt, zijn de
richtingaanwijzers naar links aan, enzovoort. In de middelste
richtingaanwijzers naar links aan, enzovoort. In de middelste
stand zijn de richtingaanwijzers uitgeschakeld.
stand zijn de richtingaanwijzers uitgeschakeld.
In de ingedrukte stand klinkt de claxon.
In de ingedrukte stand klinkt de claxon.
Als deze hendel omhoog staat, wordt de trilling in-/uitgeschakeld
Als deze hendel omhoog staat, wordt de trilling in-/uitgeschakeld
met de schakelaar op de vooruit-/achteruithendel. Deze functie
met de schakelaar op de vooruit-/achteruithendel. Deze functie
wordt ingeschakeld met de schakelaar.
wordt ingeschakeld met de schakelaar.
Als de hendel in de middelste stand staat, is het trilsysteem
Als de hendel in de middelste stand staat, is het trilsysteem
geheel uitgeschakeld.
geheel uitgeschakeld.
In de onderste stand worden de trillingen automatisch in- of
In de onderste stand worden de trillingen automatisch in- of
uitgeschakeld via de vooruit-/achteruithendel.
uitgeschakeld via de vooruit-/achteruithendel.
Omhoog = trilling op voorste walsrol uitschakelen
Omhoog = trilling op voorste walsrol uitschakelen
Omlaag = trilling op beide walsrollen.
Omlaag = trilling op beide walsrollen.
Dit lampje gaat branden wanneer de brandstoftank bijna leeg is.
Dit lampje gaat branden wanneer de brandstoftank bijna leeg is.
Dit lampje gaat branden wanneer de smeeroliedruk in de motor
Dit lampje gaat branden wanneer de smeeroliedruk in de motor
te laag is. Schakel onmiddellijk de motor uit en spoor de storing
te laag is. Schakel onmiddellijk de motor uit en spoor de storing
op.
op.
Wanneer de parkeerrem aan staat brandt de lamp.
Wanneer de parkeerrem aan staat brandt de lamp.
Geeft het brandstofpeil in de dieseltank aan.
Geeft het brandstofpeil in de dieseltank aan.
4812160914_C.pdf
Machinebeschrijving
2015-07-02